Een ruime meerderheid van de Eerste Kamer heeft dinsdag ingestemd met de invoering van de corona-app. 51 senatoren gingen akkoord met de wet die een landelijke uitrol van de CoronaMelder in goede banen moet leiden. Negentien leden stemden tegen. Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) maakte na de stemming bekend dat de app 10 oktober landelijk wordt ingevoerd.
“We moeten alles op alles zetten om verspreiding van het virus de kop in te drukken. De app kan daarin een belangrijke rol spelen, hoog tijd om die nu ook in Nederland te gaan inzetten”, zei De Jonge na afloop van de stemming.
Hoewel een meerderheid van de senaat voorstander is van de app, is er ook kritiek. Verschillende partijen zetten maandag en dinsdag tijdens de wetsbehandeling kanttekeningen bij de wet. De grootste zorgen zitten in de mogelijkheden om je te laten testen na een melding van de app.
De app moet ervoor zorgen dat gebruikers van de CoronaMelder die zich gedurende een kwartier of langer in de buurt van een positief geteste persoon hebben bevonden, een melding krijgen op hun telefoon. Omdat Nederland te maken heeft met een haperend testsysteem en personeelstekorten bij de GGD’s, is het niet de bedoeling dat gebruikers die een melding krijgen zich laten testen. Ook voor appgebruikers blijft het advies alleen te testen bij klachten.
Volgens meerdere senaatsfracties zou het niet kunnen testen na een melding het draagvlak voor de app doen afnemen. Onder meer D66, CDA, PvdA, GroenLinks en SP zien liever dat iedereen na een notificatie getest kan worden. Ook minister De Jonge wil dat het liefst, maar door de tekorten is dat niet mogelijk. Het kabinet werkt aan de opschaling van de de test- en traceercapaciteit en de ontwikkeling van sneltesten kan op termijn het Nederlands testprobleem oplossen.
Tegelijkertijd blijft het doel van de app overeind staan, verzekerde De Jonge. De CoronaMelder dient als ondersteuning van het bron- en contactonderzoek en waarschuwt dat je in de buurt bent geweest van een besmette persoon. “Het is een hulpmiddel, geen wondermiddel”, zei De Jonge. Dat mensen vervolgens mogelijk in thuisquarantaine zullen zitten terwijl zij niet besmet zijn is een mogelijkheid, maar dat is ook op dit moment al het geval bij het huidige bron- en contactonderzoek.
Minister verzekert oog te hebben gehouden op privacygevoeligheden
De minister verzekerde dat het ministerie gedurende de ontwikkeling van de app oog heeft gehouden voor privacygevoeligheden en dat ook na de landelijke uitrol zal blijven hebben. De Jonge roept critici op om de app nauwlettend te volgen en looft zogenoemde bug bounty’s uit voor speurneuzen die fouten in de app opsporen. De vorm van de beloning is nog niet bekend.
De Jonge benadrukte ook in de Eerste Kamer dat vertrouwen centraal staat. Na de fel bekritiseerde appathon, waarbij meerdere teams een eigen corona-app mochten presenteren, besloot het ministerie daarom de app door een eigen team te laten bouwen. Ook wees de minister erop dat niemand kan worden gedwongen de CoronaMelder te installeren. Zelfs een vraag van een werkgever aan een werknemer of hij de app heeft gaat wat De Jonge betreft al te ver. “Drang en dwang zijn verboden.”
Mocht het kabinet de app wel verplicht willen stellen, dan kan dat niet op basis van de wet die dinsdag is aangenomen. De Jonge zei dat daar een wetswijziging voor nodig is, wat zou betekenen dat de Tweede en de Eerste Kamer zich er opnieuw over moeten buigen. Als het aan De Jonge ligt, gaat dat niet gebeuren. “Dingen verplichten vanuit de overheid werkt in Nederland contraproductief.”