Het Nederlandse C2000-communicatienetwerk voor de politie en andere hulpdiensten wordt al bijna twintig jaar geteisterd door problemen en storingen. België gebruikt een vergelijkbaar netwerk, maar daar spelen deze problemen niet. Wat kunnen wij van onze zuiderburen leren?

“De problemen met het Nederlandse C2000-netwerk zijn zo groot, dat er vroeg of laat slachtoffers gaan vallen”, waarschuwde een klokkenluider in augustus. Bij verschillende incidenten heeft het netwerk het de afgelopen jaren laten afweten. Daardoor kregen politieagenten geen contact met elkaar of met de meldkamer. Dat leidde tot levensgevaarlijke situaties.

Naar aanleiding van deze incidenten heeft de Nederlandse Arbeidsinspectie onderzoek gedaan. Ook die is kritisch en eist dat het netwerk binnen negen maanden flink wordt verbeterd.

Het Belgische netwerk is bekend onder de naam ASTRID. De problemen met C2000 zoals wij die in Nederland ervaren, spelen niet in België, laten verschillende bronnen aan NU.nl weten.

ASTRID is technisch vergelijkbaar met ons C2000-netwerk. De politiediensten in de grensstreek tussen Nederland en België kunnen met hun portofoons zelfs overschakelen van C2000 naar ASTRID en andersom. Het is dus opvallend dat er in België geen vergelijkbare problemen zijn.

ASTRID is een zelfstandig bedrijf, C2000 niet

Ons C2000-netwerk is eigendom van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Daar zit al een belangrijk verschil met België. Onze zuiderburen hebben ervoor gekozen het ASTRID-netwerk onder te brengen bij een bedrijf zonder winstoogemerk.

“Het ministerie zou eigenlijk op stage moeten gaan bij ASTRID”, suggereerde Sander in eerdere gesprekken met NU.nl. Hij is vanuit zijn functie bekend met zowel de operationele als de technische kant van het C2000-netwerk. Zijn persoonsgegevens zijn bij de redactie van NU.nl bekend en geverifieerd.

De Belgische staat is weliswaar de enige aandeelhouder van ASTRID, maar het bedrijf werkt zelfstandig. Zo’n constructie hebben we in Nederland met bijvoorbeeld de Nederlandse Spoorwegen.

Omdat ASTRID een zelfstandig bedrijf is, krijgen gebruikers als politie- en ambulancediensten aan het eind van de maand een soort telefoonrekening. Uit die opbrengsten worden de aanleg en het onderhoud van het netwerk betaald.

Begroting bepalend voor wat in C2000 geïnvesteerd kan worden

In Nederland betaalt het ministerie alle kosten voor het C2000-netwerk. De begroting van het ministerie is dus bepalend voor hoeveel geld er in het netwerk gestopt kan worden. In tijden van bezuinigingen kan dat dus betekenen dat er geen broodnodige investeringen worden gedaan.

Ook wordt er heel verschillend met de gebruikers omgegaan. Bij ASTRID zijn de gebruikers betalende klanten. “Als een klant een spoedeisend probleem heeft, lost ASTRID dat in de regel binnen een tot drie werkdagen op”, vertelt een medewerker van een meldkamer van de Vlaamse politie.

Klachten van de Nederlandse politie over het C2000-netwerk worden op lijsten verzameld. “Van de klachtenlijst uit 2019 zijn enkele punten afgestreept”, vertelt Maarten Brink namens de vier Nederlandse politievakbonden. “De lijst uit 2021 ligt nog vrijwel onaangeroerd op de plank.”

ASTRID werkt samen met mobiele aanbieders

“ASTRID werkt in België veel samen met de mobiele providers Proximus en Telenet”, zegt de Vlaamse meldkamermedewerker. “De mobiele aanbieders doen een deel van de netwerkaanleg en het onderhoud.”

Daarnaast hangt ASTRID de antennes voor het netwerk bij voorkeur in dezelfde masten als Proximus en Telenet. Het bedrijf hoeft dan geen grond te huren of kopen en geen eigen antennemast te bouwen.

Het ministerie van Justitie en Veiligheid houdt het C2000-netwerk zoveel mogelijk in eigen beheer. Er is geen samenwerking met mobiele aanbieders en voor het netwerk zijn ongeveer 650 antennemasten gebouwd.

“Sinds kort doet het ministerie een test met het plaatsen van antennes in bestaande masten van Nederlandse mobiele aanbieders”, vertelt klokkenluider Sander. “Maar dat was de afgelopen jaren echt onbespreekbaar.”

Een antenne van het C2000-netwerk.

Veel plekken zonder netwerkdekking

De Nederlandse politie klaagt steen en been over de slechte dekking van het C2000-netwerk. Buiten op straat levert dat regelmatig problemen op en in gebouwen is het helemaal een drama.

Dat komt doordat in de aanbesteding voor de aanleg van het netwerk een dekkingseis van 97 procent staat. Zogenoemde indoordekking was volgens die eisen niet nodig.

Dekkingsproblemen zijn in België niet aan de orde. ASTRID heeft volgens het bedrijf een landelijke dekking, zowel op straat als in gebouwen.

“Natuurlijk zijn er plekken zonder dekking, zoals een kelder of een parkeergarage diep onder de grond”, vertelt de Vlaamse meldkamermedewerker. “Maar dat heeft bij ons nog nooit tot gevaarlijke of levensbedreigende situaties geleid.”

Ontvang een melding bij nieuwe ontwikkelingen.

Grote fouten gemaakt bij de aanschaf van C2000

Meerdere bronnen van NU.nl noemen de aanbesteding voor de aanleg van ons C2000-netwerk een belangrijke oorzaak van de problemen. De aanbesteding is volgens Michiel Steltman van Stichting Digitale Infrastructuur Nederland benaderd als de aanschaf van een product, terwijl C2000 eigenlijk een communicatiedienst is.

“De overheid had een communicatiedienst moeten aanbesteden met een inspanningsverplichting voor de leverancier”, legt Steltman uit. “De leverancier zorgt er dan voor dat het netwerk wordt aangepast aan de behoeftes van de gebruiker, bijvoorbeeld door toch indoordekking te realiseren.”

Het C2000-netwerk wordt in Nederland voornamelijk door de politie gebruikt, maar is ook bedoeld voor andere hulpdiensten als de brandweer en ambulance. Maar aangezien die tegen dezelfde problemen aanlopen, hebben ze volgens vakbondswoordvoerder Brink eigen oplossingen bedacht.

Dat is in België wel anders. Alle hulpdiensten gebruiken het ASTRID-netwerk. Het is zelfs toegankelijk voor andere publieke diensten zoals bijvoorbeeld openbaar vervoerbedrijven en nutsbedrijven voor gas, water en elektriciteit. Zoiets is in Nederland ondenkbaar.

Source