
Via Reddit:
Stel: je ziet online een misleidende advertentie, beledigende opmerking of contractbreuk op een website/social post, maar die wordt daarna verwijderd. Een screenshot is dan vaak niet genoeg, zeker als de tegenpartij het betwist. Wat is juridisch gezien een manier om wél hard bewijs aan te leveren?
In Nederland geldt een systeem van vrije bewijsmiddelen, zeker in het burgerlijk recht. Bij het strafrecht is het iets strenger, het “wettig” van “wettig en overtuigend bewijs” geeft aan dat het bewijs langs wettelijk vastgelegde procedures moet zijn verkregen.
Een screenshot van een bericht is op zich prima bewijs van wat er waar online heeft gestaan. Natuurlijk, de wederpartij kan dit ontkennen. Maar ik lees veel vonnissen en heel vaak gebeurt dat niet. De discussie gaat over wat men bedoelde met die post (zoals bij die duimpjeszaak) of waarom het toch wel mocht, niet over dát de post gedaan is. En dan erken je natuurlijk dat je hem gedaan hebt.
Het is ook niet handig om iets te posten, weg te halen en dan bij de rechter te zeggen “ik heb nimmer dat gepost”. Want als de wederpartij dan met een screenshot komt, heb je wat uit te leggen. “Die screenshot is vervalst” kán natuurlijk, maar je zult dan iets meer moeten zeggen dan dat.
Enkel omdat screenshot vervalst kúnnen zijn, mag je nog niet concluderen dat ieder screenshot dat een partij inbrengt, ook vervalst ís omdat de andere partij dat zegt. De rechter zal dan vragen, waarom zou die partij dat hier doen? Er is altijd een context: waarom zou de wederpartij zeggen dat jij dat gedaan hebt, hoe logisch is het dat jij het wél geplaatst zou hebben.
Een screenshot laten maken door een derde partij kan natuurlijk. Bekende plekken zijn Archive.org en Archive.ph. Deze maken zelf de screenshot en plaatsen deze met een datum en tijdstip online, zodat de inhoud vast zou moeten staan. Zo kun jij (redelijkerwijs) die niet gemanipuleerd hebben. Er zijn geen rechtszaken waarin werd getwijfeld aan de inhoud van archive.org publicaties.
In 2024 kreeg het Gerechtshof Arnhem in een arbeidszaak een screenshot van een WhatsApp-bericht als bewijs dat een ex-werknemer contactverbod tegen een klant zou hebben overtreden. De betrokken ex-werknemer stelde echter dat het screenshot gefabriceerd zou zijn door de klant. Het Hof vindt dat onder meer onaannemelijk omdat het alternatief onzinnig is:
Dat zou immers betekenen dat [de klant] de avond na het gesprek waarin [de ex-werknemer] een contactverbod was opgelegd een tekstbericht heeft gefabriceerd en aan [diens contactpersoon] heeft gestuurd, kennelijk om te doen voorkomen alsof [verzoeker] ondanks een hem opgelegd contactverbod contact had opgenomen. [De klant] was echter niet aanwezig bij het gesprek waarin het contactverbod is opgelegd en was niet op de hoogte van de inhoud van dat gesprek of van het contactverbod. Dat is althans niet gesteld of gebleken. Uit de overgelegde app-conversatie tussen hem en [de contactpersoon] blijkt dat zij hem over dat gesprek alleen heeft meegedeeld dat [de ex-werknemer] alles had ontkend. Er is dan geen zinnige reden te bedenken waarom [de klant] een bericht zou fabriceren met enkel tot doel om te suggereren dat [de ex-werknemer] een contactverbod zou hebben overtreden.
In een andere zaak had een persoon een verkeersboete gekregen. In hoger beroep daartegen werd onder meer gesteld dat de agent ter plekke had gezegd dat deze boete 100 euro zou zijn, terwijl daarna 150 euro was opgelegd:
Door de gemachtigde is een screenshot overgelegd van een e-mail die is gericht aan ene Jet en die is ondertekend met de naam van de ambtenaar die de sanctie heeft opgelegd met daaronder de vermelding ‘hoofdagent’. In deze e-mail is onder meer geschreven: “Ik gaf jou vanavond een bekeuring voor het rijden met een defecte koplamp. Deze bekeuring heeft een waarde van 100 euro.”
De manier van formuleren geeft voor mij al aan dat het Hof dit niet helemaal vertrouwt. Belangrijke daarvoor is dat het niet de mail zelf is maar slechts een screenshot, zodat je niet eens bijvoorbeeld headers kunt lezen. Weliswaar had de betrokken ambtenaar niet gereageerd op verzoeken van de gemachtigde van de beboete persoon, maar dat hoeft ook niet.
In deze zaak hadden beide partijen een screenshot ingebracht van wat volgens het Kadaster de verkoopprijs van een woning zou zijn. De screenshots vermeldden echter verschillende getallen. De rechter negeert daarom beide berichten.
Arnoud