De Verenigde Staten gebruiken een database met bewegingen van smartphones en gebruiken die voor hun immigratie- en grenshandhaving, blijkt uit onderzoek dat The Wall Street Journal vrijdag publiceerde. De commerciële database bestaat uit locatiegegevens die via apps verzameld zijn, zoals games en webshops, waarvoor gebruikers toestemming hebben gegeven om hun locatie te delen.

Het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Veiligheid gebruikte de locatiegegevens om immigranten die illegaal de grens met de VS oversteken te kunnen signaleren.

De Immigratie- en Douanehandhaving (ICE), onderdeel van het ministerie, gebruikt de data om immigranten die later gearresteerd zijn te identificeren, aldus The Wall Street Journal. Daarnaast zou de afdeling grensbewaking (CBP) de informatie gebruiken om smartphoneactiviteit op opvallende plekken te vinden, zoals afgelegen woestijngebied op de grens met Mexico.

Het Amerikaanse ministerie en zijn afdelingen hebben tegenover The Wall Street Journal bevestigd de locatiedata te hebben gekocht. Het ministerie van Binnenlandse Veiligheid wilde desondanks niet ingaan op hoe de data voor handhaving gebruikt worden.

“Hoewel de afdeling grensbewaking toegang heeft tot de locatiegegevens, is het belangrijk om op te merken dat deze informatie niet afkomstig is van zendmasten, niet in grote hoeveelheden verzameld wordt en geen informatie bevat over iemands identiteit”, aldus een woordvoerder.

In december bleek uit onderzoek van The New York Times dat locatiegegevens informatie kunnen geven over iemands identiteit, zoals die van de Amerikaanse president Donald Trump.

Source