Zo hebben veel grote bedrijven hun e-mail ondergebracht bij Microsoft of Google. “In 2005 zou het een absurd idee zijn geweest om als groot bedrijf Gmail te gebruiken”, zegt Hubert. “Elk bedrijf deed dat zelf.” Maar de afgelopen jaren zijn steeds meer bedrijven overgestapt op dat soort e-mail ‘in de cloud’.

Als Gmail of Office 365 van Microsoft er dan uitligt, kunnen heel veel bedrijven daardoor niet meer e-mailen. “Maar het wordt ook moeilijker voor andere bedrijven om toe te treden”, zegt Hubert. Google en Microsoft hebben schaalvoordelen die nieuwe toetreders nooit zullen krijgen.

Ook als het gaat om software voor consumenten, is die centralisering zichtbaar. Denk aan het kleine aantal dominante sociale netwerken, maar ook WhatsApp: “Je kunt in Nederland niet zonder”, zegt Hubert. En als Google Drive uit de lucht gaat, zitten veel bedrijven en scholen opeens zonder software.

Op onderliggend, infrastructureel niveau vindt dezelfde ontwikkeling plaats. Van de software die wordt gebruikt om webpagina’s op je scherm te tekenen tot het uitwisselen van programmeercode tussen ontwikkelaars: het zijn werelden die worden geregeerd door een klein aantal bedrijven.

Niet onomkeerbaar

Toch is die ontwikkeling niet onomkeerbaar, denkt Hubert. “Vijf jaar geleden lag een grote DNS-provider uit de lucht”, vertelt de ontwikkelaar. Dat is een bedrijf dat domeinnamen, zoals ‘nos.nl’, omzet in ip-adressen, nummerreeksen die computers begrijpen.

“Van die storing schrokken mensen wel en toen is besloten die afhankelijkheid wat af te bouwen”, zegt Hubert, zelf gespecialiseerd in DNS-software. “Maar inmiddels zijn we vijf jaar verder, en vrees ik dat die lessen weer wat beginnen te vervagen.”

Source