door: Jan van Ginkel
Beleid dynamiseert niet, beleid zet vast. Het gebruik van data bewerkstelligt daarentegen juist het tegenovergestelde. Data dynamiseert namelijk wel. Met data hebt je het middel in handen om het narratief, het verháál over de opgave, telkens opnieuw en met steeds andere accenten te verwoorden.
Er zijn nogal wat kritische kanttekeningen te plaatsen bij het wijdverbreide beleidsdominante denken in bestuurlijk Nederland. Ik som er enkele op, stellenderwijs. Tegenwoordig zeggen we allemaal wel de maatschappelijke opgave centraal te stellen, maar bij de vertaling ervan naar beleid verdwijnt de opgave soms zomaar stilletjes achter de bureaucratische horizon. Sterker, de onderliggende drive, het aangewakkerde verlangen waar de opgave aan appelleert, wordt meestal in de beleidsvertaling ervan van al zijn schurende energie ontdaan. Daar komt bij dat de echte intelligentie in de uitvoering ligt besloten, maar dat is nou precies het domein waar beleidsmakers zelden interesse in tonen. En hoe bijna onmogelijk blijkt het in de praktijk om de voortdurend wisselende en hectische context permanent in het beleid te verankeren. Scherp gesteld: beleid dynamiseert niet, maar beleid zet vast.
Wat ik daarentegen zie, is dat het gebruik van data juist het tegenovergestelde bewerkstelligt. Data dynamiseert namelijk wel. De collectieve wijsheid van de context wordt door data voortdurend present gesteld – met data hebt je het middel in handen om het narratief, het verháál over de opgave, telkens opnieuw en met steeds andere accenten te verwoorden. Als beleid het zwarte gat is dat alle variëteit opzuigt wat ook maar even in de buurt komt, dan is data de supernova die alle licht laat schijnen op de meervoudigheid van de werkelijkheid.
Dat klinkt als ‘dood aan het beleid, lang leve de data’. Toch is dat bepaald niet wat ik vind. De vluchtigheid en fluïditeit van data is gebaat bij de stabiliteit van solide beleid. Het gaat om de balans tussen consistent en betrouwbaar werken aan maatschappelijke opgaven mèt mechanismen om vanuit de data daar voortdurend flexibel op bij te sturen. Nee, ik moet het beter zeggen, het gaat bij besturen uiteindelijk om het ontvouwen van gedragen waarden die ons collectieve samenleven naar een hoger plan tilt. Daarvoor is – in the end – geen plan (lees: beleid) en geen getal (lees: data).
Beleid, uitvoering, data, algoritmes, planvorming, dynamiek – en nog 100 van zulke woorden –. Maar de veelzijdigheid van de opgaven in onze maatschappij en het spectrum aan opvattingen dat daarbij hoort, nodigt iBestuurders uit om die 100 woorden te benaderen als was het een canvas. Voor mij zie ik een schilderspalet aan feiten, omstandigheden en ongemakkelijkheden waarvan de kleuren blijmoedig worden gemengd. Om dan met ferme streken onze maatschappelijke waarden op het doek van het leven te schetsen. Inclusie, participatie, transparantie. Wat mij betreft betekent iBestuur vooral iMoraal.