De Chinese smartphone- en telecomfabrikant Huawei opende dinsdag in Brussel een cybersecurity- en transparantiecentrum. Na druk van de Verenigde Staten – die beweren dat China de apparatuur van Huawei kan gebruiken voor spionage – probeert het bedrijf in Europa het vertrouwen terug te winnen.
Terwijl de Verenigde Staten het overtuigen van Europese bondgenoten om Huawei te weren tot een “topprioriteit” hebben bestempeld, probeert het Chinese bedrijf de zorgen weg te nemen door tegenwicht te bieden. “Een van de dingen die we doen is vooral veel transparantie geven”, zei Jurjen Veldhuizen van Huawei Nederland eind februari op de telecom- en smartphonebeurs MWC tegen NU.nl.
Op de beurs in Barcelona konden bezoekers dit jaar niet om Huawei heen. Zo had het Chinese bedrijf in een van de hallen 6.670 vierkante meter beursvloer afgehuurd. Daarmee bestreek Huawei twee keer zo veel ruimte als de zeventig overige bedrijven en organisaties die in de betreffende hal ook een stand hadden opgebouwd.
Onlogisch is dat niet: Huawei is wereldwijd een van de grootste spelers op de markt voor zowel smartphones als telecomapparatuur. Alleen het Zuid-Koreaanse Samsung doet het met zijn smartphones beter, volgens marktonderzoeker IDC. Wat betreft telecomapparatuur is Huawei volgens marktanalist Dell’Oro bijna twee keer zo groot als zijn twee grootste concurrenten – Nokia en Ericsson, beide uit Europa – bij elkaar.
In de publieke presentatie op MWC wilde het bedrijf vooral technologie voor 5G-netwerken laten zien. Aan het begin van een rondleiding voor de Nederlandse pers op de grote, niet zomaar toegankelijke, Huawei-beursvloer gaan de vragen van de aanwezige journalisten al snel over China. “Laten we ons vooral focussen op de innovatie”, zegt een Nederlandse pr-medewerker van Huawei na enkele minuten.
Ook de rondleider, Veldhuizen van Huawei Nederland, zegt de focus te willen leggen op “waar het echt over gaat”, maar erkent dat het bedrijf zich “zonder meer in een lastige situatie” bevindt. Er is geen publiek bewijs dat Huawei daadwerkelijk door China gebruikt wordt voor spionage. “Het is vechten tegen een geest.”
Transparantie als antwoord
Om het vertrouwen te winnen, wil Huawei in het Brusselse cybersecurity- en transparantiecentrum zijn hardware en broncode ter controle beschikbaar stellen aan onder meer geïnteresseerde klanten en overheden. Hoe dat proces er precies uitziet, is onduidelijk. Het openen van het centrum in Brussel past in de strategie om openheid van zaken te geven, zegt Veldhuizen op MWC.
Een pr-manager reageert dinsdagmiddag ontwijkend op de vraag of de opening van het centrum los gezien kan worden van de aantijgingen vanuit de Verenigde Staten. De voorbereidingen om het centrum te openen zijn meer dan een jaar geleden gestart, benadrukt ze, en is onderdeel van Huaweis langetermijnstrategie.”Het is gewoon zo dat cybersecurity voor een lange periode deel uitmaakt van de strategie. En natuurlijk is openheid en transparantie in deze tijd erg belangrijk.”
“Het zou gezien alle ontwikkelingen geen gek idee zijn als een bedrijf zich op dit gebied wil profileren”, zegt Wolter Pieters, onderzoeker op het gebied van risicomanagement omtrent cybersecurity aan de TU Delft. “Het gaat hier uiteindelijk over een imagoprobleem. In die zin is het niet vreemd dat ze breed proberen uit te dragen dat ze een heel transparant bedrijf zijn. Dat is op zich is geen gekke zet. De vraag is: hoe ver gaan ze daarin?”
“Huawei heeft vast ook allerlei intellectueel eigendom dat ze niet zomaar willen weggeven. En zelfs als broncode beschikbaar is, hoe weet je dat het dezelfde code is op de apparatuur die wordt geleverd?”, zegt Pieters.
“Het (openen van het Brusselse centrum, red.) is wel een manier om vertrouwen te wekken. Je moet je in nog meer bochten gaan wringen om dan toch achterdeurtjes in je product te stoppen, bijvoorbeeld door twee versies van de code te schrijven.”
Geen garantie voor veiligheid
In Europa heeft geen enkel land vooralsnog rigoreuze maatregelen getroffen om apparatuur van Huawei uit het telecomnetwerk te weren, hoewel er namens de Europese Unie en in verschillende landen – waaronder Nederland – risicoanalyses worden uitgevoerd.
Zijn de maatregelen van Huawei genoeg om de zorgen weg te nemen? “Dat hangt er ook vanaf wat er nou uiteindelijk aan bewijs – hetzij publiek, hetzij achter de schermen – opduikt”, zegt Pieters. “Het is ook een politiek vraagstuk. Hard bewijs is niet publiek bekend, maar het lijkt me dat Europa – misschien niet publiek, maar wel achter de schermen – iets wil zien als ze (met de aantijgingen van de VS, red.) mee willen gaan.”
“Het punt is dat politiek en veiligheid niet meer uit elkaar te trekken zijn. Het argument ‘als we niets doen, gebeuren er misschien enge dingen’ zie je in het veiligheidsdomein continu. Maar harde aanwijzingen dat er enge dingen gebeuren of zouden kunnen gebeuren zijn schaars. Het is niet te garanderen. De complexiteit van de huidige samenleving – wat er door allerlei partijen allemaal aan software en hardware gebruikt wordt – is bijna niet meer te beheersen.”
“Kan een telecomnetwerk gehackt worden? Natuurlijk kan het gehackt worden”, erkent ook Veldhuizen van Huawei Nederland. “Het is gewoon een reële dreiging. De vraag is: wat doe je ermee? Met het openen van het cybersecurity- en privacycentrum zijn we daar vrij open in. Ik zie met vertrouwen tegemoet hoe dit verder gaat lopen.”
Nieuwsbrief
https://www.nu.nl/internet/5774772/hoe-huawei-in-europa-het-vertrouwen-terug-probeert-te-winnen.html