Gemeenten hebben het druk met het herstellen van datalekken. Dat kost ze gemiddeld ongeveer 32 uur per informatielek.

Het repareren van datalekken kost de hele overheid 4,6 miljoen euro op jaarbasis, blijkt uit onderzoek van ambtenarenblad Binnenlands Bestuur naar het aantal datalekken in de publieke sector.

Sinds vorig jaar zijn gemeenten verplicht elk datalek te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Over heel 2016 kwamen daar 825 meldingen van datalekken bij de overheid binnen. De eerste helft van dit jaar staat de teller al op 940.

Het zou ook kunnen dat gemeenten consistenter meldingen doen van hun datalekken dan vorig jaar. Eerder dit jaar melddeReporter Radio dat de helft van de gemeentelijke datalekken niet werd gemeld bij de AP. Dat is in strijd met de wet.

 

Verwerking

De meeste datalekken zijn e-mails die naar de verkeerde persoon zijn gestuurd, maar het kan ook gaan om het per ongeluk publiceren van persoonsgegevens. Sommige gemeenten waren in een halve dag klaar met het verwerken van hun datalek, maar andere gemeenten doen daar veel langer over.

Nijmegen, Helmond en Delft waren meerdere weken mee bezig met een lek, terwijl een mail met een verkeerde bijlage de gemeente Enschede bijvoorbeeld tweehonderd uur werk bezorgde.

In Enschede ging het vermoedelijk om een e-mail waarbij de privégegevens van honderden werkzoekenden per abuis werden ingevoegd als bijlage. Alle 882 slachtoffers moesten per brief op de hoogte worden gesteld en de gemeente nam telefonisch contact op met dertig ontvangers van de e-mail, om ervoor te zorgen dat zij de gegevens zouden verwijderen.