magazine

door: Rineke van Houten

Kathalijne Buitenweg vertrekt na vier jaar uit de Tweede Kamer, met als nalatenschap een nieuwe Vaste Kamercommissie voor Digitale Zaken. “Digitalisering wordt niet politiek gemaakt”, constateert de parlementariër voor GroenLinks.

Beeld: Lex Draijer/De Beeldredaktie

Kathalijne Buitenweg komt gehaast de gesprekskamer van de fractie van GroenLinks binnen, in elke hand een kop thee. Als ze plaatsneemt aan de lange tafel verklaart ze de stress: de drukte voor het kerstreces en vanavond nog een debat over de Europese top twee dagen later. Ze zal in haar spreektijd onder meer onderstrepen dat Nederland de rug recht moet houden als het gaat om schending van de mensenrechten in Hongarije en Polen. En waarschuwen dat schending van de rechtsstaat in die landen de Europese justitiële samenwerking bedreigt. Typische thema’s voor Kathalijne Buitenweg (1970), van 1999 tot 2009 lid van het Europees Parlement voor GroenLinks, daarna lid van het College voor de Rechten van de Mens en sinds 2017 Tweede Kamerlid met de portefeuilles justitie, politie en veiligheid. Afgelopen voorjaar maakte ze bekend zich niet verkiesbaar te stellen voor een nieuwe periode in de Tweede Kamer.

Waarom verlaat u de Tweede Kamer na vier jaar?
“Ik moest in mei de brief schrijven voor de kandidatencommissie van GroenLinks. Er was geen enkele externe reden dat ik zou stoppen. Alles liep goed. Maar ik realiseerde me: ik ben vijftig, heb achttien jaar voor GroenLinks gewerkt, wat wil ik nog meer ontdekken in mijn werkzame leven? Ik dacht terug aan de periode dat ik voorzitter was van de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang [2016-2017 red.] en hoe leuk ik dat vond. Ook heel interessant: grote bedrijven die maatschappelijke veranderingen voorstaan.”

En, wat wordt het?
Ze lacht. “Dat weet ik nog niet.”

Hoe kijkt u terug op uw ervaringen als volksvertegenwoordiger?
“Als een enorme roller coaster! Ik werd meteen betrokken bij wat de langste kabinetsformatie ooit zou worden, gevolgd door een paar jaar hard werken als justitiewoordvoerder voor GroenLinks onder twee ministers, Grapperhaus en Dekker.”

In de zomer van 2019 werd bij Buitenweg darmkanker geconstateerd. Tot haar opluchting bleken bestralingen en een chemokuur een operatie onnodig te maken. In februari keerde ze terug in de Tweede Kamer. “Toen kwam de lockdown”, vult ze aan. “Mijn Kamerlidmaatschap was een periode met extremen.”
Al snel na haar entree op het Binnenhof constateerde ze een gebrek aan kennis over digitalisering in de Tweede Kamer. “De kennis is versnipperd, dat ervaar ik ook in mijn eigen werk. Als justitiewoordvoerder houd ik me bezig met privacy en cyberveiligheid bij gemeenten. Dat laatste hoort thuis bij staatssecretaris Raymond Knops van BZK. Als het over de cloud gaat komt staatssecretaris Mona Keijzer van EZK in beeld. Er is geen aanspreekpunt voor het kabinet. Er wordt weinig kennis opgebouwd. We hebben een onvoldoende breed beeld en we investeren er te weinig in omdat het maar een klein deel van ieders portefeuille is. Het is meer iets dat geregeld moet worden, het wordt niet politiek gemaakt. Ik zei meteen: hier moeten we iets mee doen.”
Kamerbreed groeide het besef dat meer grip nodig is op ontwikkelingen in de digitalisering vanwege de grote gevolgen voor de samenleving. De digitale transitie raakt alle onderdelen van de maatschappij. In opdracht van de Tweede Kamer werd in 2019 de Tijdelijke Commissie Digitale Toekomst geïnstalleerd. Buitenweg werd voorzitter.

In het afgelopen voorjaar verschenen rapport constateert de commissie dat de politiek er onvoldoende in slaagt sturing te geven aan digitale ontwikkelingen. Met als gevolg dat de kwaliteit van de wetgevende en controlerende macht ondermaats is.
“Ja.”

Dat is best serieus.
“Zeker.”

De meest opvallende aanbeveling is de installatie van een Vaste Kamercommissie voor Digitale Zaken. Digitale ontwikkelingen zullen in de breedte, in de diepte en in samenhang besproken moeten worden, aldus het eindrapport. ‘Het is nodig goed zicht te hebben op de agenda in de Europese Unie, op internationale ontwikkelingen en de noden van decentrale overheden die vragen om een actieve kaderstellende Kamer.’

Waarom heeft de commissie niet geadviseerd een minister van digitalisering in te stellen?
“Daar gaan we niet over als Tweede Kamer. We hebben heel lang gedubd hoe we dat moesten omzeilen. Een Vaste Kamercommissie is in Den Haag immers altijd verbonden met een minister of staatssecretaris. Toen dachten we: we kunnen zeggen dat we als parlement vinden dat er een Vaste Kamercommissie moet komen en het op te hangen aan een bestaand ministerie. De minister van BZK bijvoorbeeld. Als er andere bewindspersonen zijn met het onderwerp in hun portefeuille hebben we als parlement het recht hen ook uit te nodigen. Zo heb je de positie van de Vaste Kamercommissie verankerd. En slaag je er toch in als leden een breed beeld te houden.”

Een andere aanbeveling is dat er extra aandacht moet zijn voor wetgeving uit de Europese Unie. Waarom?
“Op veel terreinen volgen we te beperkt wat er in Europa gebeurt en wat de Nederlandse inbreng is. Dat is niet overal even erg. Want op veel beleidsterreinen is de Nederlandse inbreng wel uitgekristalliseerd, en weet het kabinet hoe de verhoudingen in de Tweede Kamer liggen. Dat is niet het geval bij digitalisering. Willen we een Europese cloud of niet? We hebben amper nagedacht over de concurrentiestrijd over zeekabels, laat staan hoe we dat gaan uitventen in Europa. Er zullen veel meer ideeën ontwikkeld moeten worden over welke positie Nederland gaat innemen in Europa. Wij moeten accepteren dat digitaliseringsbeleid op Europees niveau gevoerd moet worden omdat Europa de schaal heeft om een deuk in een pakje boter te slaan.”

U pleit ook voor meer Europese samenwerking. Een nieuwe industriepolitiek?
“Absoluut. Neem de strijd voor de G5-netweren. Nokia en Ericsson zijn Europees. De Chinese overheid pompt van alles in Huawei om de markt te overheersen. Als wij alleen maar naar de prijs kijken zijn we snel klaar en hebben we over een tijdje niet eens meer de keus tussen een Europese 6G en een Chinese 6G. Dan is het een 6G van China of niets. Daar moeten we ons bewust van zijn.”

Wat is daarvoor nodig in Nederland?
‘Je moet veel meer gaan nadenken over de keuze voor aanbestedingen. C2000, het communicatienetwerk van de politie, is van KPN naar het Chinese bedrijf Hytera gegaan. Waarom? Alleen omdat het goedkoper is, maar is het ook verstandig op de lange termijn? Maken we onszelf niet afhankelijk en zorgen we er wel voor dat we de techniek opbouwen. En we zullen ook in al die organisaties die de protocollen en standaarden vastzetten heel nadrukkelijk aanwezig moeten zijn.”

Het onderwerp Europa passeert eveneens in het boek van Kathalijne Buitenweg, dat na de verkiezingen verschijnt bij De Bezige Bij. Ze heeft het manuscript net ingeleverd en vertelt enthousiast over de inhoud. In Data en macht (voorlopige titel) zal ze ook waarschuwen voor het effect van digitalisering op de autonomie van mensen. “We denken te snel dat controleren vanuit data gemakkelijk of handig is”, legt ze uit. “Neem bossware, waarmee werkgevers werknemers kunnen volgen via hun computer of tablet. Kun je iemand beoordelen op het aantal aanslagen per minuut? Is het de bedoeling dat iedereen zich blauw gaat typen? Ik ben niet tegen het gebruik van data, maar pleit ervoor dat we meer nadenken over wat data doen, hoe je het goed inzet en wat het langetermijneffect is. Je hoeft geen nerd te zijn of veel te weten van technologie om mee te denken over hoe we een digitaliserende samenleving willen vormgeven.”

Autonomie is een terugkerend thema in uw leven.
“Ja. Voor mij gaat het erom dat iedereen de vrijheid heeft zijn eigen leven vorm te geven. Vrij van vooroordelen en vrij van manipulatie en armoede. Maar ook dat iedereen de keuze heeft zich te kunnen verbinden en met anderen de samenleving vorm te geven.”

Ze constateert een verschuiving van de macht van de burger naar de overheid. “In plaats van dat de burger de overheid voldoende controleert, controleert de overheid in toenemende mate de burger. Met alle positieve gevolgen zie ik dat ook als gevaar. Burgers worden steeds transparanter voor de overheid en de overheid wordt steeds minder transparant voor de burger. Gisteren spraken we in de Vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid over de Wet samenwerkingsverbanden gegevensverwerking. Er is iets voor te zeggen om gegevens te delen, maar er komt ook de mogelijkheid om via algoritmes aan de hand van profielen bijvoorbeeld potentiële fraudeurs aan te merken. Wat betekent het voor je relatie met de overheid als je het stempel hebt gekregen van ‘potentieel fraudeur’ of ‘potentiele dader van huiselijk geweld’? Daar maak ik me zorgen over. Ik vind het ook ingewikkeld dat we profielen van mensen maken op basis van allerlei groepen waartoe ze behoren, zoals gender, inkomen, adres. En we vervolgens hun problemen alleen individueel beschouwen.”

Wat zult u missen uit de periode in de Tweede Kamer?
“De fijne en hechte fractie, ik behoor graag tot een team. En ook de kans om fundamentele discussies te voeren. Je bereikt niet alles via moties of amendementen. Ik geloof dat het voeren van het juiste gesprek net zo belangrijk is. Ook voor de mensen die meeluisteren, voor de voortgang van de besluitvorming.”

Geen hartenkreet in 280 tekens?
“De focus op social media ligt mij minder. Als ik het achteraf bekijk past Europa beter bij mij dan de Tweede Kamer. Als Europarlementariër zit je op een aantal terreinen veel dieper in de dossiers. Je moet veel nieuwsgieriger zijn naar anderen, want je weet niet hoe de situatie in bijvoorbeeld Italië is. Je moet elkaar constant bevragen in plaats van dat je zegt: ik weet wat je vindt en ik ben het niet met je eens. Die open en permanente onderhandeling vond ik erg leuk.”

Dat ontbreekt in de Tweede Kamer?
Ze pareert het antwoord. “Daarom ga ik niet weg hoor. Deze vier jaar waren ook heel bijzonder en eervol.”

Had de fractie u op geen enkele wijze kunnen behouden?
Glimlachend: “Als ik een besluit neem, neem ik een besluit.”

Als nummer 1 op de lijst misschien?
“Haha, die plaats was al bezet.”

Source