Afgelopen jaar hebben 26 gemeenten (in totaal meer dan 360.000 koopwoningen) een onvoldoende gekregen voor het vaststellen van de WOZ-waarde. In de afgelopen vier jaar zijn bijna honderd gemeenten (in totaal anderhalf miljoen koopwoningen) door de Waarderingskamer op de vingers getikt.
Dat blijkt uit documenten die de NOS heeft verkregen met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur. Onduidelijk is in hoeveel procent van de gevallen de WOZ-waarde onjuist is vastgesteld.
In veel gevallen hadden de betrokken gemeenten geen goed beeld van de huizen die op hun grondgebied stonden, blijkt uit rapporten van de toezichthouder.
Ze hadden dan bijvoorbeeld oppervlakten of bouwjaren fout, of wisten niet of er wel of geen garage of dakkapel aanwezig was. Ook gegevens over de kwaliteit van de buurt of het onderhoud van woningen ontbraken vaak. Die zijn belangrijk om te schatten hoeveel een huis waard is.
Berekeningen
Gemeenten berekenen de WOZ-waarde elk jaar door vast te stellen wat een huis waard zou zijn als het wordt verkocht. Die waarde wordt gebruikt voor de onroerende zaakbelasting, maar ook bij de inkomstenbelasting en de berekening van huurprijzen. Bij de verkoop van een huis kan de WOZ-waarde ook belangrijk zijn, omdat kopers er zeker van willen zijn dat ze niet te veel betalen.
Ook voor huurders is een juiste WOZ-waarde van belang: de waarde kan worden meegenomen in de berekening van de huurprijs. Voor bedrijven is de WOZ-waarde een factor bij de vennootschapsbelasting.
“Het is daarom belangrijk dat de WOZ-waarde klopt”, zegt directeur Jan Gieskes van de Waarderingskamer. “Zowel voor de overheid als voor burgers.”
Kijk op onderstaande kaart om te zien hoe jouw gemeente scoort bij de beoordeling van de WOZ-waarde: