De ACM hoeft documenten niet
de verstrekken die affiliatenetwerk Daisycon had opgevraagd met een beroep op
de Wet openbaarheid bestuur (Wob). Dit bevestigde de rechtbank op 6 september.
Daisycon verzocht de ACM om documenten te verstrekken die zien op het onderzoek
naar concurrenten naar een mogelijke overtreding van het spamverbod.

Wanneer de ACM gegevens
verkrijgt bij de uitvoering van haar wettelijke taken (van een bij of krachtens
de wet aan de ACM opgedragen taak), heeft zij een geheimhoudingsplicht omtrent
die verkregen gegevens (artikel 7 Instellingswet ACM). Daarnaast heeft de ACM
de bevoegdheid om door haar genomen besluiten of documenten openbaar te maken
die door de ACM of in haar opdracht zijn vervaardigd voor de uitvoering van
haar wettelijke taken (artikel 12w Instellingswet ACM). In een tussenuitspraak overwoog
de rechter dat het systeem van artikel 7 en de artikelen 12u, 12v en 12w van de
Instellingswet ACM van toepassing is op het verzoek van eiseres en niet de
Wob. 

Daisycon wenste de
openbaarmaking van documenten van concurrenten door de ACM ter onderbouwing van
een aan Daisycon opgelegde boete wegens overtreding van het spamverbod. Ook
wilde Daisycon inzicht verkrijgen in de wijze waarop de ACM regels uitlegt en toepast.
Volgens de ACM is artikel 12w Instellingswet ACM niet de juiste juridische
ingang om stukken te verkrijgen met het oog op het onderbouwen van standpunten
in een procedure. Voorts heeft de ACM een discretionaire bevoegdheid om op
eigen initiatief over te gaan tot het openbaar maken van besluiten of
documenten als de ACM dit nuttig en nodig acht uit een oogpunt van voorlichting
en transparantie. Het openbaar maken van (willekeurige) dossierstukken zal
doorgaans niet bijdragen aan deze openbaarmakingsdoelen, aldus de ACM.

De rechtbank oordeelt dat de
ACM toereikend heeft gemotiveerd waarom zij in dit geval niet over zal gaan tot
openbaarmaking van de door Daisycon verzochte documenten. Voor zover het
daarbij gaat om documenten die door ACM zelf of in opdracht van ACM zijn
vervaardigd voor de uitvoering van een aan haar opgedragen taak, stelt de
rechtbank vast dat ACM handelt in overeenstemming met een handelswerkwijze
conform de voor haar geldende gedragslijn – welke gedragsrichtlijn ook in
redelijkheid is vastgesteld. Die handelswijze is als volgt.

“Indien
documenten op de inventarislijsten uitsluitend gegevens en inlichtingen bevatten
die ACM heeft verkregen in verband met een aan haar opgedragen taak, vallen
deze documenten onder de geheimhoudingsplicht van artikel 7, eerste lid, van de
Iw. De overige op de inventarislijsten weergegeven documenten zijn vervaardigd
door ACM in het kader van een aan haar opgedragen taak, en vallen daarmee onder
artikel 12w van de Iw. Daarbij hanteert ACM de gedragslijn dat, voor zover deze
vervaardigde documenten zich bevinden in toezichts-, handhavings- en
reguleringsdossiers, deze in de regel niet openbaar gemaakt zullen worden.
Openbaarmaking van deze documenten zal enkel plaatsvinden indien ACM dit nuttig
en nodig acht uit een oogpunt van voorlichting en transparantie.”

Voorts overweegt de rechtbank
dat bij een beslissing tot openbaarmaking geen plaats is voor het meewegen van
de individuele belangen van de verzoeker. Openbaarmaking in de zin van de Instellingswet
ACM impliceert, net als openbaarmaking op grond van de Wob, het voor een ieder
openbaar maken. 

Lees de hele uitspraak hier.

https://www.solv.nl/weblog/rechter-acm-hoeft-documenten-die-door-daisycon-opgevraagd-werden-niet-te-verstrekken/21630