Tussen
de sterren, specialisten en liefhebbers gratis genieten van een voorstelling op
hoog niveau: dat is ongetwijfeld een groot voordeel aan het beroep van bloggende
journalist en/of recensent. Maar rust hier ook een (grond)recht op?

Afgelopen week heeft het Gerechtshof Amsterdam een arrest gewezen in
een zaak die gaat over de uitingsvrijheid van een recensent: hij stelt dat het
recht op vrije meningsuiting met zich brengt dat de Stichting Nationale Opera & Ballet (hierna: ‘Nationale Opera’) op zijn
verzoek vrijkaarten moet verstrekken voor haar premièrevoorstellingen en hem moet
toelaten tot de nabespreking. Na zich kritisch uitgelaten te hebben krijgt de
recensent geen vrijkaarten meer en moet hij voortaan gaan betalen. Volgens hem
is dat censuur.

Waar gaat de zaak over?
De betreffende recensent schrijft opiniestukken over operavoorstellingen
voor het Vlaamse blog ‘Opera Gazet’ en sinds 2015 ook over voorstellingen van
de Nationale Opera. Op verzoek van de recensent gaf de Nationale Opera
regelmatig gratis kaarten voor premièrevoorstellingen, de voorafgaande
ontvangst en de nabespreking (borrel).

Na het starten van een online petitie in 2017 om voor elkaar te krijgen dat de Nationale
Opera een deel van een gepland project niet zou uitvoeren en het schrijven van
een kritisch opiniestuk in Het Parool begin 2018, ontvangt de recensent voor de
daaropvolgende voorstelling in maart 2018 een vrijkaart voor de première, maar
niet meer voor de voorafgaande ontvangst. Navraag bij de Nationale Opera leert
de recensent dat hij ‘de grens van het journalistiek aanvaardbare’ zou hebben
overschreden en dit bovendien de laatste keer zou zijn dat hij – en de website
waarvoor hij schrijft – gratis kaarten zouden krijgen. De Nationale Opera vindt
zijn houding te activistisch en neemt hem daarom niet meer serieus als
journalist.

Na afloop van de voorstelling in kwestie haalt de recensent bij het hoofd
Marketing, Communicatie en Verkoop van de Nationale Opera verhaal. Zij voelt zich
bedreigd vanwege zijn intimiderende benadering: de recensent zou onder andere
hebben gezegd dat hij het er niet bij zou laten zitten en dat ze niet wist wie zij
voor zich heeft.

In eerste aanleg heeft de rechtbank volgens de recensent geen onderzoek gedaan
naar de ‘werkelijke reden’ die aan de beslissingen van de Nationale Opera ten
grondslag lag. Volgens de recensent is het censuur om gratis kaarten te
weigeren nadat een journalist zich negatief/activistisch/kritisch uitlaat over
voorstellingen.


Het oordeel van het hof
Het hof vindt dat de beslissing van de Nationale Opera om geen vrijkaarten
meer te verstrekken niet in strijd met de vrijheid van meningsuiting van
de recensent (en dus geen censuur). De recensent kan immers alsnog als betalende
klant toegang verkrijgen tot de voorstellingen en heeft daardoor nog steeds de
mogelijkheid om de Nationale Opera te blijven bezoeken. Daarnaast heeft de
Nationale Opera aangetoond dat zij niet iedere journalist van gratis
toegangskaarten kan voorzien omdat dit een belangrijk deel van de inkomsten
vormt. Ook de ontzegging van toegang tot de voorafgaande bespreking (die met de
aanstelling van een nieuwe directeur bovendien is afgeschaft) en de
nabeschouwing (borrel) vindt het hof niet in strijd met de uitingsvrijheid van
de recensent. Volgens het hof hebben deze gelegenheden een beperkte
journalistieke meerwaarde. Een ontluisterende quote kan immers ook tijdens de
voorstelling zelf aan de aanwezigen worden ontfutseld. Verder speelt volgens
het hof mee dat het een besloten bijeenkomst met ontspannen/feestelijke sfeer
is: de Nationale Opera mag zelf bepalen wie zij daarvoor uitnodigt. Bovendien
heeft de recensent de beschikking over andere persfaciliteiten, zoals een
gratis beeldbank, ‘free-publicity’ artikelen, podcasts, het magazine Odeon en
een programmaboekje à EUR 10,–. Tot slot speelt de intimiderende houding van
de recensent ten opzichte van het Hoofd Marketing, Communicatie en Verkoop van
de Nationale Opera nog een rol: het hof merkt daarbij op dat de recensent geen
excuses heeft aangeboden.

Tot
slot

De consequentie van deze
uitspraak kan zijn dat een journalist de inhoud van zijn artikelen afstemt op de
wens om vrijkaarten te blijven ontvangen. Dat bevordert de objectiviteit van de
recensies niet. De uitspraak van het hof is interessant, aangezien het recht op
vrijheid van meningsuiting ook omvat dat een ieder zich ook kritisch (‘offend,
shock or disturb’, zoals de hoogste Europese rechter in 1976 bepaalde) moet
kunnen uitlaten. In dit geval worden er consequenties aan een kritische uiting
door de Nationale Opera verbonden, maar wegen de rechten van de Nationale Opera
toch zwaarder: recht op vrijheid van meningsuiting is geen absoluut recht.

Ook de petitie die de Nederlandse
Vereniging van Journalisten, professionals in de wereld van Opera en Klassieke
muziek en anderen voorafgaand
zijn
gestart
om de faciliteiten weer open te stellen voor de recensent
en Opera Gazet, mocht niet baten. Deze petitie heeft de Nationale Opera niet in
ontvangst genomen.

Wilt u meer weten over toelaatbaarheid van uitingen? Neemt u dan gerust contact met ons op. 

Source