In dit proefschrift wordt de Nederlandse regeling van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van de advocaat vanuit een rechtsvergelijkend perspectief beschreven en geëvalueerd. Ook wordt de regeling getoetst aan de hoofdregels en minimumwaarborgen die voortvloeien uit de relevante Europese jurisprudentie.
Welke informatie wordt beschermd door het beginsel van vertrouwelijkheid? Kan of moet het belang van vertrouwelijkheid soms wijken voor andere maatschappelijke belangen? En in hoeverre zijn beperkingen en uitzonderingen toelaatbaar? Voor mogelijke verbeterpunten wordt inspiratie geput uit de regeling van het secret professionnel in Frankrijk en het legal professional privilege in Engeland.
https://www.recht.nl/art/176831