Het gaat in deze zaak om de biometrische ontgrendeling van een inbeslaggenomen smartphone van een verdachte om ten behoeve van het opsporingsonderzoek toegang te krijgen tot de inhoud daarvan. Daarbij is op de aangehouden verdachte dwang uitgeoefend door hem te boeien en zijn duim op de vingerafdrukscanner van zijn telefoon te plaatsen. De Hoge Raad oordeelt dat het op die wijze verkrijgen van toegang tot de gegevensdrager op rechtmatige wijze heeft plaatsgevonden.