Kinderen die het slachtoffer worden van seksueel misbruik, komen steeds vaker via sociale media in contact met de dader. Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut.
In meer dan een kwart van de onderzochte zaken werd vorig jaar het eerste contact met het slachtoffer via apps als Snapchat en Tiktok gelegd. Twee jaar geleden ging het nog om 11 procent.
Artsen van het NFI keken in opdracht van de politie en het Openbaar Ministerie naar 86 acute zedenzaken waarbij tieners tussen 11 en 15 jaar het slachtoffer werden. Een zaak is acuut als het seksueel misbruik in de voorafgaande zeven dagen plaatsvond. In 23 gevallen had de pleger het eerste contact gelegd op sociale media, waarvan de meeste op de populaire app Snapchat.
Veel jongeren en kinderen gebruiken Snapchat voor het maken en delen van foto’s en video’s, die tijdelijk zichtbaar zijn.
Impact niet onderschatten
“We zien een duidelijk stijgende tendens van de invloed van sociale media in de zaken die wij onderzocht hebben afgelopen jaar”, zegt forensisch arts Wouter Karst van het NFI. “We vinden het belangrijk dit signaal te delen, om kinderen en ouders te waarschuwen.”
Jongeren brengen veel tijd achter het scherm van hun computer of smartphone door. Nu ze veel thuis zitten door de coronacrisis, brengen ze ook meer tijd door op het internet.
“Plegers weten precies hoe ze het aan moeten pakken. Ze investeren in het contact met de puber. Uiteindelijk komt het tot een fysieke afspraak met alle gevolgen van dien”, zegt Iva Bicanic, hoofd van het Centrum Seksueel Geweld. Ze noemt de cijfers zorgelijk. “De impact van dit type misbruik voor het slachtoffer en zijn of haar gezin mag niet onderschat worden.”