Een poging van twee leveranciers van GPS-horloges om een concurrent aan te pakken via de privacywet AVG is tot nu toe niet geslaagd. Dat meldde het FD onlangs. De rechtszaak was aangespannen omdat de concurrent de AVG zou overtreden, en daarmee een oneerlijke voorsprong zou nemen op de wél netjes AVG-compliant opererende eisers uit de zaak. Maar volgens de rechter is de AVG niet bedoeld om concurrenten mee aan te pakken; alleen consumenten en de AP kunnen zich op deze wet beroepen. Buitengewoon jammer!

De rechtszaak was aangespannen door Leading Care Technologies (LCT) en Lifewatcher uit Zoetermeer. Deze bedrijven leveren GPS-horloges aan ouderen, die daarmee direct contact kunnen houden met verzorgers. Alles netjes geregeld, zo te lezen: ze kopen in bij een Oostenrijks bedrijf en voor de verwerking van persoonsgegevens is een verwerkersovereenkomst gesloten met de leverancier.

De gedaagde was iets makkelijker: het door hem geleverde horloge en de app komen uit China. De app is gratis en kan gedownload worden uit de app-stores van Apple en Google, zonder enige check of toezicht vanuit de verkoper. Dat lijkt mij ook niet direct AVG-compliant, dus ik snap wel dat je je dan gefrustreerd voelt als concurrent die wél hard z’n best doet.

Het vonnis laat zien dat het gaat om de ‘relativiteit’, is het wel de bedoeling dat deze wet voor dit doel wordt ingezet. De AVG is een vertaling van het grondrecht van grip op je persoonsgegevens, en dat is per definitie iets persoonlijks waar gewone mensen wat aan hebben. De concurrent van een gebruiker van persoonsgegevens heeft weinig te maken met mijn grondrechten als betrokkene.

Het is natuurlijk erg jammer want juist private handhaving heeft bij dit soort wetgeving het meeste effect. Kijk naar reclamerecht en oneerlijke handelspraktijken: daar gaat het erg netjes mee in Nederland, omdat iedereen weet dat de concurrent in je nek springt als je ten onrechte zegt dat je goedkoper, sneller, beter of compatibeler bent.

Formeel is natuurlijk ook die wetgeving gericht op bescherming van consumenten, maar in de Europese Richtlijn over handelspraktijken staat vrij expliciet dat deze indirect legitieme ondernemingen beschermt tegen concurrenten die de regels in de richtlijn niet in acht nemen. Een dergelijke opmerking ontbreekt in de AVG, dus dat argument gaat hier niet op.

Dat had bij de AVG ook best kunnen werken: wie persoonsgegevens oneerlijk verwerkt, zet zichzelf op een oneerlijke voorsprong en daar lijdt de concurrent schade door. En bedrijven zijn prima in staat om in te schatten waar een bedrijf de fout in gaat met een wet als de AVG. Maar daar zet de rechter nu dus een streep door. Gemiste kans.

Opvallend nog is wat de rechter zegt over de gratis app. Die zou oneerlijke concurrentie opleveren: een gooi-en-smijt app met mogelijk Chinese achterdeur versus een zorgvuldig ontwikkelde en pas na dpia uitgebrachte Europese app, dat gaat nergens over natuurlijk. Maar nee:

Op computers kan gratis software worden geïnstalleerd en ook met de mogelijkheid om via App Store of Google Play Store gratis apps te downloaden zijn gebruikers van smartphones en tablets al jaren bekend. Ook de eventueel daaraan verbonden voor- en nadelen mogen inmiddels bekend worden verondersteld. Eén van die gratis apps is de SeTracker app, die niet alleen op de door Avium geleverd GPS-horloges werkt maar door iedereen op een geschikt apparaat, zoals een smartwatch of smartphone, kan worden geïnstalleerd.

Dit voelt wel erg kort door de bocht: iedereen weet dat gratis apps de privacy kunnen schenden, dus het is niet oneerlijk als een bedrijf daarvoor kiest. Zolang ze maar eerlijk zijn dat je AVG-technisch kaalgesnuffeld wordt. Daar heb ik geen juridische argumenten meer tegen.

Arnoud

Source