Staatssecretaris Van Huffelen wil de onderhandelingspositie in Brussel niet schaden door een ‘tegenstem’ uit te brengen. | Beeld: Rijksoverheid, Martijn Beekman

Op 1 december jl. nam de Tweede Kamer een motie aan waarin het kabinet werd opgeroepen niet in te stemmen met het Europese voorstel voor een Europese digitale identiteit. Toch stemde de Nederlandse regering niet veel later in met het Europese voorstel. Staatssecretaris Van Huffelen had volgens eigen zeggen geen ‘inhoudelijk geen aanleiding’ gezien om de motie uit te voeren. Ze was tevreden met de uitkomst van de onderhandelingen.

Verschillende Kamerleden lieten zich gisteren zeer kritisch uit over de wijze waarop staatssecretaris Van Huffelen het dossier ‘digitale identiteit’ behandelt. “Waarom sturen wij nog ministers of staatssecretarissen naar Brussel?,” vroeg onafhankelijk Kamerlid Pieter Omtzigt zich af.

Onderhandelingspositie

Een belangrijk argument om niet ‘tegen’ te stemmen is dat daarmee de onderhandelingspositie van Nederland geschaad wordt, betoogde Van Huffelen. Juist op dit dossier is het van belang dat je invloed uit kunt oefenen.
Renske Leijten (SP) maakte zich echter zorgen over de manier waarop de Kamer met het negeren van de motie volledig buitenspel wordt gezet. En zij is niet de enige. “Straks hebben wij een digitale identiteit in een vorm die een meerderheid van de Kamer heeft afgekeurd,” aldus Pieter Omtzigt. “Als wij dit niet stoppen, betekent dat dat de regering te pas en te onpas over de Kamer heen gaat lopen bij besluitvorming in Brussel. Dat moeten we niet willen. Dan wordt dit een debatclub, en worden de besluiten elders genomen.”
Van Huffelen gaf aan dat de zorgen van de Kamer de kern zijn van het standpunt dat ze heeft uitgedragen en zal blijven uitdragen in Brussel.

Motie van afkeuring

JA21 en BVNL hebben een motie van afkeuring ingediend tegen de staatssecretaris voor het ingaan tegen een meerderheid van de Kamer door in te stemmen met EU-wetgeving.
Dinsdag wordt gestemd over de motie van afkeuring.

Source