weblog

door: Larissa Zegveld

Ben ik soms gekke-Henkie? Een paar weken geleden bekroop mij die gedachte toen de ochtendradio waarschuwde voor lange files. Pardon? Het was glad die ochtend, maar dan nog: Wat doen al die auto’s op de weg? We worden toch geacht thuis te werken? Soms heb ik het idee dat wij één van de weinigen zijn die slechts bij hoge uitzondering toestaan dat mensen naar ons kantoor komen. Te vaak hoor ik van collega’s en vrienden dat de oproep ‘Werk zoveel mogelijk thuis’ door werkgevers wordt uitgelegd als: ‘Werk alleen thuis als je ziek bent’.

Vorig jaar ontving de Arbeidsinspectie van het ministerie van SZW 6500 meldingen over werkgevers die zich niet hielden aan de 1,5-meterregel of werknemers verplichtten naar het werk te komen, zelfs bij verkoudheid. In een recente enquête van de vakbond CNV geeft ruim 40 procent van de ondervraagde leden aan nog steeds regelmatig naar het werk te gaan terwijl het werk prima thuis kan worden gedaan. In 27 procent van de gevallen omdat hun baas dat eist. Waarom toch?, vraag ik mij. Het is zo simpel. Wie een functie heeft die thuiswerken toelaat, werkt in principe thuis. De werkgever kan je daartoe ook verplichten. Andersom geldt dat als het voor je werk nodig is dat je op kantoor bent, je niet zomaar kan thuisblijven.
Misschien dat Rutte en De Jong tijdens hun persconferenties er extra aandacht aan kunnen besteden. Die gaan over scholen, kappers en winkels, maar zelden hoor ik de ministers een dringende oproep doen aan werkgevers om zich beter te houden aan de regels van het thuiswerken.
Ik zal de laatste zijn die zegt dat het een ideale oplossing is. Voor veel mensen is het kantoor meer dan een werkplek, het is ook een soort dorpspomp. Het wegvallen van dat sociale netwerk is een serieus punt van aandacht. Maar met enige moeite en goede wil is daar een mouw aan te passen, leert de ervaring. Zorg voor goede bureaustoelen en schermen voor je thuiswerkers. Om te voorkomen dat gedurende de dag de ene call naadloos overgaat in de andere, hebben wij de overleggen beperkt tot vijftig minuten, zodat er steeds tien minuten overblijven voor een kop koffie en een kort praatje met een huisgenoot. Wat ook werkt zijn spontane calls met collega’s waarbij het over alles mag gaan behalve over werk. Of samen een (digitaal) ommetje maken met de app ‘Ommetje’. Organiseer digitale bedrijfsborrels, stuur af en toe een leuk kaartje, vraag met regelmaat aan collega’s hoe het hen vergaat, kortom houd je mensen betrokken bij je organisatie. En denk ondertussen goed na over een ‘rentree-strategie’, want ooit mogen we weer met z’n allen naar kantoor. Maar willen we dat wel? Of blijven we deels thuiswerken? Om welk aanpassingen in de huisvesting vraagt dat? Hoe ga je om met medewerkers die weigeren zich te laten vaccineren? En met de collega’s die om die reden niet met hun in één ruimte willen verkeren?
Het lijkt voorbarig, we zitten nog middenin de crisis en vooralsnog is er weinig zicht op wanneer die eindigt, maar het lijkt mij raadzaam daarover nu al goed na te denken. En tot het zover is hoop ik zeer dat we ons met z’n allen aan de regels van thuiswerken houden.

Larissa Zegveld is algemeen directeur van Wigo4it, de coöperatie van de sociale diensten van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht op het gebied van informatievoorziening. Begin dit jaar werd zij benoemd tot voorzitter van het Forum voor Standaardisatie, ingesteld door de Nederlandse overheid met als doel het gebruik van open standaarden in de publieke sector te stimuleren

Source