Apple presenteerde op dinsdag niet alleen de iPhone 11, maar ook de 11 Pro. Telefoons die zich vooral met hun camera’s lijken te onderscheiden.
Bij de introductie van de iPhone X deed Apple iets nieuws, door naast dit duurdere toestel ook een goedkopere iPhone 8 te verkopen. Die trend zette de techgigant vorig jaar voort met de iPhone XR en XS – en dit jaar met de nieuwe iPhone 11 en het Pro-model.
De nieuwe iPhone 11 is het basismodel. Het is met een prijskaart van 809 euro niet een budgetmodel te noemen – Apple hoopt dat koopjesjagers de inmiddels in prijs verlaagde iPhone 8 van 539 kopen. Het toestel wordt met 64GB geleverd. Wil je meer opslagruimte, dan moet je soms honderden euro’s meer betalen.
Op veel vlakken is het toestel gelijk gebleven aan de iPhone XR uit 2019. De glazen behuizing lijkt erg op die van de XR – en wordt ook net zo snel vies door vette vingers – en ook de inkeping boven het scherm is even groot. Volgens Apple gebruikt de iPhone 11 exact hetzelfde scherm dat in de XR te vinden is. Het betreft wederom een lcd-scherm, omdat oled alleen voor het Pro-model is weggelegd.
Dubbele camera
Er zijn eigenlijk maar twee manieren waarop een iPhone 11 makkelijk onderscheiden kan worden van de XR. Ten eerste zijn er de kleuren, die allemaal net iets anders zijn dan bij het vorige toestel. Een belangrijker verschil is de camera achterop. De XR had slechts één lens, maar bij de iPhone 11 heeft Apple gekozen voor een dubbelelenscamera.
De ene lens heeft een wide-angle-perspectief, terwijl met de tweede ultrawide-foto’s gemaakt kunnen worden. Het betekent in de praktijk dat de ultrawide-lens een wat uitgezoomder perspectief biedt, waarbij voorwerpen aan de zijkanten van het beeld ook in de foto betrokken worden.
Wisselen tussen die camera’s is best makkelijk. Onderin beeld staat een knop waarmee je van de één naar de ander springt – op dezelfde plek waar de iPhone XS-camera je laat schakelen naar de telelens.
Prima foto’s bij prima belichting
De foto’s die we kort na de presentatie konden maken, zagen er prima uit. Beelden waren scherp en grotendeels ruisvrij – wat je eigenlijk ook zou verwachten bij een toestel in deze prijsklasse. Daar moeten we wel bij zeggen dat de testruimte van Apple uitermate goed belicht was.
Het is nog de vraag hoe de telefoon het bij slecht licht doet. In die situaties zou de iPhone 11 automatisch moeten overschakelen naar een nieuwe nachtmodus, waarbij software wordt ingezet om bij weinig licht ook een helder beeld te maken.
iPhone 11 Pro
Het nieuwe Pro-model neemt een paar extra stappen ten opzichte van zijn voorganger. Ten eerste is het ontwerp iets meer onder handen genomen. De glazen, glinsterende achterkant is omgeruild voor mat aluminium, waardoor de telefoon beter bestand is tegen vette vingerafdrukken. Een voordeel vergeleken met de iPhones van vorig jaar, maar ook de iPhone 11, die nog wel glas gebruikt.
De 11 Pro heeft de wide-angle- en ultrawide-lenzen van de goedkopere iPhone, met daarnaast ook een telefotolens. Het betekent dat je optisch kunt inzoomen op een beeld, maar hem ook van verder af kunt bekijken.
Die driestapszoom werkt goed en voelt vanzelfsprekend. Je kunt vegen over een zoombalk onder het scherm, waarbij digitaal wordt gezoomd totdat je de zoomafstand van een nieuwe lens bereikt. Daarbij voelt eigenlijk vooral de ultrawide-lens bijzonder, omdat hij het gevoel geeft dat je veel verder in de ruimte staat dan werkelijk het geval is.
Beter oledscherm
De 11 Pro heeft een oledscherm, wat betekent dat zwartwaarden er zwarter uit zien en kleuren beter uit de verf komen. De hogere pixeldichtheid zorgt ervoor dat beelden ook scherper zijn dan op de eerdere iPhone XS, al merkten we daar in de praktijk niet extreem veel van. De kleurwaarden voelen min of meer hetzelfde op de nieuwe iPhone en op oude toestellen was het scherm al haarscherp, wat niet heel anders is op de 11 Pro.
Het verbeterde scherm moet het mogelijk maken om betere hdr-video’s met Dolby Vision af te spelen op de iPhone, maar helaas waren er geen van deze video’s beschikbaar tijdens onze tests. Bij de uiteindelijke review van de 11 Pro moet blijken hoeveel je er dan wel van merkt.
Apple heeft nogal wat beloftes gemaakt waarvan we hopen dat ze uitkomen. De iPhone 11 zou maar liefst een uur langer per dag op een volle accu gebruikt kunnen worden, terwijl de 11 Pro het vier tot vijf uur langer volhoudt. Iets dat we tijdens onze korte tijd met de telefoon uiteraard ook nog niet konden uitproberen.
Nog steeds snel
Tegelijkertijd moet de iPhone sneller zijn door de nieuwe A13-chip, maar dat verschil konden we in de praktijk eigenlijk niet opmerken. De 11 en 11 Pro openden apps eigenlijk haast net zo snel als de XS van vorig jaar. Het verschil zal pas merkbaar zijn als je de overstap maakt vanaf bijvoorbeeld een iPhone 7.
Beide iPhone 11-modellen werken nog steeds met een Lightning-aansluiting. Opmerkelijk, gezien de eerder vernieuwde iPad Pro wel de overstap naar USB-C maakte en Europa er ook steeds meer op aandringt dat telefoons universeel dezelfde oplaadpoort moeten inzetten. Het voelt als een kwestie van tijd totdat ook de iPhone overgaat naar USB-C, maar we moeten nog minstens een jaartje wachten.
Voorlopige conclusie
Apple doet leuke dingen met de camera’s van de iPhone, die je het idee geven dat je zowel kunt in- als uitzoomen. Daarnaast is dit een vrij bescheiden update voor de telefoonreeks. De gewone 11 lijkt verdraaid veel op de XR van vorig jaar, terwijl de 11 Pro met zijn aluminium behuizing een kleine designupdate krijgt. Een revolutionaire stap als bij de iPhone X is dit niet, maar wel eentje om de telefoons weer een jaartje actueel te houden.
Wellicht zijn we enthousiaster als we de nieuwe nachtmodus voor de camera’s hebben kunnen testen. Ook belooft Apple een speciale fotomodus die haarscherpe en perfect belichte foto’s maakt met kunstmatige intelligentie, maar die komt pas later dit jaar. Maar daar kunnen we bij de huidige versie alleen nog maar over fantaseren.