door: Andre Huykman
De verkenningen voor de vorming van een nieuwe kabinet zijn begonnen. De eerste verkenners hebben laten zien dat ze nog in een papieren wereld leven. Op die papieren stond van alles, maar jammer genoeg nog niets over de digitale opgaven. Een nieuw kabinet en de tweede kamer moeten digitaal aan de bak. Doen ze dat niet, dan veranderen ze in folklore.
In de aanloop naar de verkiezingen zag je ze overal in Nederland weer verschijnen. Meestal langs toegangswegen en bij stations. De publicatieborden voor de Tweede Kamer verkiezingen, met daarop de posters van politieke partijen. Eerst werden de borden geplaatst, vervolgens werden deze langzaam volgeplakt met affiches. Meestal door lokale politici en partijleden. Met windjack en behanglijm. En nu, na de verkiezingen, verdwijnen ze weer langzaam uit het stadsbeeld.
De publicatieborden en posters hebben hun oorsprong in de tijd voor televisie en radio. En toen hadden ze ongetwijfeld nog enig nut. Tegenwoordig is het niet veel meer dan folklore. Cultuurhistorisch politiek erfgoed. Politieke monumenten in een digitale tijd. Het is een traditie geworden waarvan de betekenis en het doel is verloren.
Wat blijft zijn een aantal mooie of ludieke posters. De inmiddels 50 jaar oude verkiezingsaffiche van de PSP hoort daar zeker bij. Een groen-witte foto met blote vrouw en koe. Een poster die destijds tot kamervragen leidde en tot een halvering van de politieke partij zelf. Een poster die tot op de dag van vandaag leidt tot ophef. Al was het maar vanwege de worsteling die social media platforms nog steeds hebben met een dergelijke blootfoto. Schaamhaar is in strijd met de algemene gebruiksvoorwaarden en dus verboden. Een worsteling tussen big-tech aan de ene kant en grondrechten en politiek aan de andere. En big-tech is aan het winnen.
Gebrek aan visie
De politiek loopt namelijk steeds verder hijgend achterop bij de digitalisering en de daarmee veranderende machtsbalans. Kennis van digitalisering ontbreekt bij de meeste politici vrijwel volledig. Laat staan dat ze oog hebben voor de maatschappelijke en economische gevolgen. Een rondje langs de verkiezingsprogramma’s bevestigde dit beeld op een pijnlijke manier. De aandacht voor digitalisering gaat bij vrijwel alle partijen niet veel verder dan wat obligate losse zinnetje en een enkele open deur. Er mist bij vrijwel alle partijen een samenhangende visie op digitalisering.
Er is geen digitale economische visie, er is geen visie op de digitalisering van het onderwijs, niet op de rol van de overheid, niet op cryptocurrency, niet op de platform-economie, en zelfs niet op digitalisering van de overheid zelf. Er is meer tekst over fietspaden te vinden, dan over digitale infrastructuur. Er mist urgentie. Dat geldt voor vrijwel het gehele politieke spectrum; links, rechts, conservatief of progressief. Er mist politieke relevantie. Hierdoor ontstaat een enorm gat tussen technologische ontwikkelingen aan de ene kant en het parlement aan de andere kant. En dat terwijl de digitale invloed en beïnvloeding steeds groter wordt. Trump verloor van Twitter en Zwarte Piet van Facebook, wat politieke partijen en rechters daar ook van vonden.
Big-tech vult de gaten
Big-tech bedrijven gaan zich steeds gouvernamenteler gedragen. Ze ontwikkelen eigen valuta, betalingsverkeer en identiteitsbewijzen. Ze ontwikkelen digitale onderwijsplatforms, nieuwe vervoersmodaliteiten en slimme steden. Ze hanteren eigen interpretaties van grondrechten en belastingtarieven. Ze concurreren met lokale winkeliers, maar betalen geen belasting. Ze omzeilen door plaats en tijdsonafhankelijk werken- op een slimme wijze regels, wetten en cao’s. Ze opereren wereldwijd als regeringsleiders vanuit hun belastingparadijzen en regelvrije zones. Waaronder niet in de laatste plaats Nederland.
De big-tech CEO’s handelen waar overheden hun taak laten liggen of gaten laten vallen. En ze doen dat met meer kennis en macht dan welke overheid dan ook. Ter illustratie Facebook heeft twee keer zoveel gebruikers, als China inwoners heeft. En de omzet van de big five tech bedrijven is groter dan het bruto nationaal product van veruit de meeste landen.
Hoe groot de afstand is tussen de techbedrijven en landspolitiek is bleek tijdens de Facebook hoorzittingen van het Amerikaanse congres. De meeste congresleden hadden geen flauw idee van de stand van de techniek de beïnvloeding van markten en de onderliggende verdienmodellen. Maar ook onze ministers, Hugo de Jonge en Ferd Grapperhaus, lieten het afgelopen jaar zien dat ze weinig kaas hebben gegeten van digitalisering, cyberveiligheid en privacy. Als je de ontwikkelingen al niet kunt bijhouden dan kun je al helemaal niet sturen. Niet op privacy, niet op digitale infrastructuur, niet op de platform-economie, niet op cryptocurrency, niet op deepfake, niet op zelfrijdende auto’s, niet op online onderwijs niet op digitale veiligheid en al helemaal niet op AI.
Bij zo’n gapend gat is het niet gek dat techbedrijven zelf acteren. En hoe begrijpelijk ook. Het blijven wel bedrijven. Het zijn geen overheden. En zeker geen onafhankelijke rechters. Regulering en sanctionering door een bedrijf is iets wezenlijk anders dan een democratische besluit of een uitspraak van een rechter. Daar waar bedrijven (een soort) staatsmacht gaan uitoefenen over de burger, daar moet de overheid ingrijpen en deze bedrijven onder de rechtsstaat brengen. Alleen zo kunnen we de fundamentele waarden beschermen.
Digitaal aan de bak
Alleen zo kunnen we zorgen dat de trias politica blijft bestaan in de digitale ruimte. Als volksvertegenwoordigers, maar ook rechters, zich niet razendsnel digitaal gaan ontwikkelen dan verliest de democratie het dan van de data sturing. En de overheid van techbedrijven. Dat is geen dysoptisch toekomstbeeld. Dat is nu al aan het gebeuren. Digitalisering verandert elke dag onze maatschappij en de rol en de werkwijze van de overheid daarin. En het parlement en de rechterlijke macht blijven elke dag verder achter.
De verkenningen voor de vorming van een nieuwe kabinet zijn begonnen. De eerste verkenners hebben laten zien dat ze nog in een papieren wereld leven. Op die papieren stond van alles, maar jammer genoeg nog niets over de digitale opgaven. Een nieuw kabinet en de tweede kamer moeten digitaal aan de bak. Doen ze dat niet, dan veranderen ze in folklore. Cultuurhistorisch politieke erfgoed in een digitale tijd. Met niet veel meer impact dan een enthousiaste posterplakker met windjack en een emmer behanglijm.
Andre Huykman is is gemeentesecretaris/algemeen directeur van de gemeente Zoetermeer