Internetbedrijven die (onbedoeld) kinderporno op hun servers hebben, moeten dat materiaal straks binnen 24 uur verwijderen. Doen ze dat niet, dan riskeren ze een boete. Een wetsvoorstel van minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) dat dit regelt, is dinsdag in consultatie gegaan zodat deskundigen en organisaties er commentaar op kunnen geven.
Een nieuwe onafhankelijke autoriteit kan nalatige webhosts dwingen mee te werken en zonodig de dwangsommen opleggen. De boete kan oplopen tot maximaal 4 procent van de bedrijfsomzet.
Minister Grapperhaus gaf al eerder aan dat hij een autoriteit in het leven wilde roepen. Hij noemt de snelle groei van kinderpornografisch materiaal op internet “verontrustend en weerzinwekkend”.
Het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) meldde eerder dat het aantal meldingen over kinderporno dat gehost staat op internet in vijf jaar tijd meer dan vertienvoudigd is: van 28.960 in 2014 naar 308.430 in 2019.
Volgens de minister werken de meeste bedrijven mee aan snelle verwijdering van de beelden. Maar er zijn ook hostingbedrijven die niet of onvoldoende onlinekinderporno tegengaan. “De tijd van vrijblijvendheid is voorbij’’, zegt Grapperhaus.
In 16 procent van de gevallen niet binnen 24 uur verwijderd
Sinds 2018 werkt Grapperhaus samen met de internetsector om het internet op te schonen van kinderporno. Uit onderzoek van de TU Delft blijkt dat gemiddeld 84 procent van de onlinekinderporno binnen een etmaal door de webhosts wordt verwijderd na een melding. Maar in 16 procent procent van de gevallen gebeurt dat niet snel genoeg of zelfs helemaal niet.
Om internetbedrijven te helpen bij het opschonen van hun servers heeft de politie samen met het EOKM de zogenoemde HashCheckService ontwikkeld. Zij krijgen deze gratis aangeboden. Grapperhaus zal deze speciale tool ook aanbieden aan andere EU-landen. Daarmee wil hij voorkomen dat het strafbare materiaal straks via internetbedrijven elders in de EU wordt verspreid.