Nederlandse bedrijven en belangenorganisaties werken aan een eigen alarmsysteem tegen hackers. Bedrijven die een veiligheidsrisico lopen, moeten via dat systeem sneller gewaarschuwd worden dan via het huidige waarschuwingssysteem van de overheid.
Onder meer beveiligingsbedrijf Fox-IT en Nederlandse internetproviders werken mee aan het systeem, dat voor het eind van het jaar operationeel moet zijn. “Het systeem waarmee we nu informatie delen is te ingewikkeld geworden, het is een lappendeken”, zegt Frank Breedijk van vrijwilligerscollectief Dutch Institute for Vulnerability Disclosure. In dat collectief zijn ethische hackers verenigd die het internet veiliger proberen te maken.
“We hebben naar de overheid gekeken om het simpeler te maken”, zegt Inge Bryan van Fox-It in het FD. “Maar we willen daar niet meer op wachten en hebben besloten zo’n systeem zelf op te zetten.”
Niet of te laat
In het systeem van de overheid komen meldingen van dreigingen binnen bij het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Die deelde de meldingen tot deze maand enkel met bedrijven uit zogenoemde vitale sectoren en met het Rijk. Die bevoegdheid is deze maand uitgebreid. Bedrijven kunnen nu worden gebeld als ze gevaar lopen. Op termijn is het plan om meldingen automatisch te versturen.
Dat is onvoldoende, vinden de bedrijven die nu hun eigen systeem opzetten. Volgens de betrokken partijen duurt het te lang voordat informatie over kwetsbaarheden op de juiste plek komt. Soms komt de informatie ook helemaal niet bij bedrijven terecht die het moeten weten.
“Partijen die zich niet hebben aangesloten of niet binnen het bereik van het NCSC vallen, krijgen de informatie niet of te laat”, zegt Breedijk van het vrijwilligerscollectief van ethische hackers. Hij denkt dat het juridisch geen probleem is dat het alarmsysteem meldingen over persoonlijke informatie met bedrijven deelt.
De organisaties beroepen zich op een ‘gerechtvaardigd belang’. Volgens Breedijk is er haast geboden. “Het is twee voor twaalf. We moeten dit fixen met z’n allen.” Het FD schrijft dat het NCSC welwillend tegenover het plan staat en in gesprek wil over de nadere invulling.