De Amsterdamse politie krijgt steeds vaker meldingen binnen van bedrijven en mensen die weten waar hun gestolen spullen zijn. Dat meldde de NOS onlangs. Dit omdat steeds meer mensen een tracker bij hun apparaten verstoppen. Maar wel frustrerend om te lezen: “Een melding is niet altijd een reden om in actie te komen.”

Het tracken van mensen of spullen is de laatste jaren sterk in opmars. De technologie wordt steeds toegankelijker, met name door Apple’s introductie van AirTag, een decentraal netwerk waarbij iedereen met een appelapparaat meehelpt signalen door te geven. Er zijn al vele zorgen over stalking met zulke tags.

Een praktisch probleem met trackers is dat ze wel een locatie kunnen geven, maar die is niet altijd geheel accuraat. Dat is de belangrijkste reden dat de politie geen gouden bergen wil beloven:

“Als een tag in beweging is, is het voor ons makkelijker om in actie te komen dan wanneer hij niet in beweging is”, zegt [politiewoordvoerder Marcel Baas]. “Amsterdam is een grote stad, overal staan flatgebouwen. Hoe moet ik dan weten in welke woning het voorwerp zich bevindt?”

Een bijkomend probleem is dat juridisch gezien het terugvinden van een gestolen voorwerp niet automatisch betekent dat je hem weer mag meenemen. Het is namelijk (in theorie) mogelijk dat dit voorwerp ondertussen echt eigendom van een ander is geworden.

Hoofdregel is natuurlijk dat je je eigendom kunt opeisen als dat ten onrechte bij een ander is (art. 5:2 BW, revindicatie). Echter, de wet (art. 3:86 BW) noemt als uitzondering de situatie dat de verkrijger (niet de dief zelf) de fiets kocht voor een geldbedrag en te goeder trouw was. Je kunt de fiets dan terugeisen bij die verkrijger, tenzij

de zaak door een natuurlijke persoon die niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf handelde, is verkregen van een vervreemder die van het verhandelen aan het publiek van soortgelijke zaken anders dan als veilinghouder zijn bedrijf maakt in een daartoe bestemde bedrijfsruimte, zijnde een gebouwde onroerende zaak of een gedeelte daarvan met de bij het een en ander behorende grond, en in de normale uitoefening van dat bedrijf handelde

In normaal Nederlands: als een consument de zaak heeft gekocht bij een professioneel winkelier die handelde vanuit een winkel, dan is deze beschermd en heeft zhij de fiets legaal verkregen. De bestolene heeft dan pech en kan alleen de dief nog aanspreken voor de waarde van de fiets.

Dit is de reden dat politiediensten terughoudend zijn bij “hij staat daar”-meldingen, zelfs als de locatie duidelijk is. Dit is natuurlijk ter bescherming van die te goeder trouw handelende consument, maar ik heb wel altijd mijn vraagtekens bij hoe váák dat nou gebeurt en in hoeverre je daar nou rekening mee moet houden.

Enerzijds, je wilt niet mensen die in de winkel een fiets kopen aanpakken alsof ze heling hebben gepleegd. Anderzijds, je wilt niet dat gestolen waar verdwijnt vanwege een theoretische mogelijkheid dat de fiets legaal bij de huidige verkrijger is.

Arnoud

Source