De politie stopt met het gebruik van een algoritme dat voorspelt wie in de toekomst geweld zou kunnen gebruiken. Dat zegt een woordvoerder van de politie na berichtgeving door Follow the Money.
De politie gebruikte het algoritme sinds 2014. Volgens de woordvoerder zijn er twijfels of het Risicotaxatie Instrument Geweld (RTI-G) nut heeft. Ook is het niet duidelijk of de politie het algoritme nog wel gebruikt.
Het algoritme keek naar iemands geslacht, leeftijd en strafblad. Aan de hand daarvan beoordeelde de politie wie gewelddadig zou kunnen worden.
Mensen die uit de beoordeling naar voren kwamen, kregen te horen dat ze een “veiligheidsrisicosubject” waren. Dat betekende in de praktijk dat ze vaker gecontroleerd zouden worden en verplicht waren daaraan mee te werken.
Etnische achtergronden zouden een rol spelen
Eerder deze week meldde Follow the Money dat ook etnische achtergronden een rol speelden. Mensen van Marokkaanse, Antilliaanse of Somalische komaf werden als een groter risico gezien dan anderen.
Of de uitkomsten van het algoritme nog in het dossier van mensen staan, is niet duidelijk.
Volgens de politie heeft ze het algoritme nooit alleen gebruikt. Het zou een ondersteuning zijn geweest en de politie zou het alleen in combinatie met andere systemen hebben ingezet.
In 2020 moest de overheid al stoppen met het gebruik van een algoritme om bijstandsfraude op te sporen. Het Systeem Risico Indicatie (SyRI) was in strijd met Europese regels die het privéleven van mensen beschermen, bepaalde de rechtbank destijds.
