Steeds meer woningen in Nederland zijn voor internet, televisie en telefonie aangesloten op een glasvezelnetwerk. Maar er zijn regionale prijsverschillen voor glasvezelabonnementen. Wat je voor je abonnement betaalt, is afhankelijk van de glasvezelkabel die naar jouw huis is aangelegd.
Als de glasvezelkabel naar jouw woning is aangelegd door bijvoorbeeld Open Dutch Fiber (ODF) of DELTA Fiber, dan heb je al een internetabonnement voor 35 euro per maand, berekent Marit Veldkamp van vergelijkingssite internetten.nl. Maar heb je een glasvezelkabel van bijvoorbeeld KPN, dan ben je minimaal 42 euro per maand kwijt.
Dat levert rare situaties op. In bijvoorbeeld Amsterdam legt ODF in de ene wijk glasvezel aan en KPN in de wijk ernaast. Het kan daardoor zomaar gebeuren dat glasvezelklanten in de ene wijk minder betalen voor hun abonnement dan in de andere wijk.
Volgens KPN zijn de aanlegkosten een van de redenen dat de tarieven op zijn netwerk iets hoger liggen. “Waar andere glasvezelpartijen zich beperken tot snel aan te leggen gebieden, vervangt KPN zijn netwerk in heel Nederland”, vertelt een woordvoerder van het telecombedrijf aan NU.nl. “Daardoor zijn andere glasvezelpartijen in staat met name in stedelijke gebieden aantrekkelijke aanbiedingen te doen.”
In stedelijke gebieden kunnen glasvezelnetwerken goedkoper en sneller aangelegd worden dan in dorpen of op het platte land, bevestigt glasvezelexpert Rudolf van der Berg van consultancybureau Stratix. In buitengebieden liggen woningen verder uit elkaar, waardoor meer gegraven moet worden om een woning aan te sluiten.
Regionale verschillen bestaan al tientallen jaren
Daarnaast hebben lokale prijsverschillen altijd al bestaan, vertelt operationeel directeur Albert Vergeer van DELTA Fiber. Twintig jaar geleden was er in Nederland bijvoorbeeld een lappendeken van lokale tv-kabelnetwerken. Ieder kabelnetwerk had zijn eigen tarieven en eigen diensten.
Maar de aanlegkosten van het glasvezelnetwerk zijn niet de enige kosten die de uiteindelijke prijs van het abonnement bepaalt. Ook de techniek achter het glasvezelnetwerk en de glasvezeldienst die wordt geleverd, zijn van invloed op de prijs. Daarin zijn tussen de verschillende glasvezelnetwerken opmerkelijke verschillen te zien.
De glasvezelnetwerken van DELTA Fiber, ODF en verschillende kleinere partijen zijn zogenoemd ‘point-to-point’ aangelegd, legt Van der Berg uit. Dat betekent dat ieder huis via een eigen glasvezelkabel is verbonden met een netwerkpunt en daarmee een eigen opgang naar het internet heeft. Een dergelijk netwerk is duurder in aanleg, maar is flexibeler in het gebruik.
KPN kiest voor goedkopere glasvezelaanleg met concurrentievoordeel
KPN kiest de laatste jaren voor de aanleg van een een zogenoemd PON-netwerk. Dat is een netwerk waarbij de hoofdkabel in de straat wordt gesplitst naar de woningen. Daardoor is een PON-netwerk iets goedkoper in aanleg dan wanneer naar elke woning een eigen glasvezelkabel wordt gelegd.
De aanleg van het PON-netwerk levert KPN volgens Van der Berg niet alleen een kostenbesparing op bij de aanleg, maar ook een concurrentievoordeel. “Het splitsen van de glasvezelkabel wordt gedaan door apparatuur van KPN en verplicht andere aanbieders om de apparatuur van KPN te gebruiken.”
Andere aanbieders kunnen dus nooit zonder tussenkomst van KPN diensten aanbieden over zijn netwerk, vervolgt de glasvezelexpert. “Hierdoor is het gebruik van KPN’s netwerk uiteindelijk duurder voor internet providers.”
“Andere internetproviders die diensten willen aanbieden via het glasvezelnetwerk van KPN, moeten aan KPN betalen voor het gebruik van die KPN-apparatuur”, legt Van der Berg uit. “Daarnaast brengt KPN ook het dataverkeer via de glasvezelkabel in rekening.” Hetzelfde internetabonnement van bijvoorbeeld Odido is op het KPN-netwerk duurder dan op het glasvezelnetwerk van DELTA Fiber of ODF.
“Het klopt dat de prijzen van Odido per gebied kunnen verschillen”, bevestigt een woordvoerder van het telecombedrijf. “Dit heeft te maken met de verschillende afspraken die we hebben met verschillende netwerkaanbieders.”
In een reactie zegt KPN woordvoerder Hans van Zon dat het telecombedrijf niet voor een PON-netwerk heeft gekozen om de concurrentie te belemmeren. “PON is de meest actuele glasvezeltechnologie. Het is de standaard voor glasvezelnetwerken die nu wereldwijd worden aangelegd.”
Meer concurrentie mogelijk op point-to-pointnetwerken
Bij point-to-pointnetwerken huren internetproviders volgens Van der Berg de glasvezelkabel tussen jouw woning en het netwerkpunt. Zij kunnen daar zelf hun eigen apparatuur aan koppelen en zelf bepalen welke diensten ze aanbieden. Daardoor kunnen internetaanbieders via dit soort netwerken beter concurreren met de netwerkeigenaar dan op het KPN-netwerk.
De Autoriteit Consument & Markt ziet in de manier waarop KPN zijn glasvezelnetwerk aanlegt vooralsnog geen probleem, zo blijkt uit een eerdere marktanalyse. Volgens de toezichthouder heeft Nederland de luxepositie dat het naast het glasvezelnetwerk ook nog een landelijk tv-kabelnetwerk heeft.
Op sommige plekken zijn woningen zelfs op meerdere glasvezelnetwerken aangesloten. Daardoor is er volgens de marktwaakhond genoeg te kiezen voor de consument en hoeft de autoriteit nu geen maatregelen te nemen.