Het Orion-ruimteschip dat vorige week werd gelanceerd, komt rond 14.00 uur (Nederlandse tijd) aan bij de maan. Het ruimtevaartuig passeert de maan op een hoogte van 130 kilometer. In de komende dagen wordt de ruimtependel in een vaste omloopbaan rond de maan gebracht.
De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft jaren aan de missie gewerkt. Daarvoor werd een nieuwe draagraket (SLS) en een nieuw ruimteschip (Orion) ontwikkeld. Afgelopen woensdag stegen ze op vanuit Florida.
Na vijf dagen vliegen is het vaartuig in de zogeheten invloedssfeer van de maan gekomen. Dat betekent dat de maan het ruimteschip harder aantrekt dan de aarde.
Het is de bedoeling dat over een paar jaar weer mensen op de maan lopen. Dat is dan voor het eerst sinds 1972. Om alle systemen te testen, wordt nu een onbemande proefvlucht uitgevoerd. Die testmissie heet Artemis I, omdat het de eerste vlucht van het Artemis-programma is.
De Orion blijft ongeveer twee weken bij de maan. Begin december moet het vaartuig beginnen aan de terugvlucht naar de aarde. Die eindigt, als alles goed gaat, op 11 december. Hangend aan parachutes plonst de capsule dan in de Stille Oceaan.
Samenwerking tussen de VS en Europa
Het vaartuig bestaat uit twee delen. In het voorste, Amerikaanse deel komen later de astronauten te zitten. Het achterste deel, dat voor energie en voortstuwing zorgt, is door Europa ontwikkeld.
In het achterste gedeelte zitten ook de zonnepanelen, die zijn ontwikkeld en gebouwd door Airbus Nederland uit Leiden. Die panelen wekken meer energie op dan verwacht, zei de NASA vrijdag.















