De voorzieningenrechter in
Rotterdam vindt het plaatsen van duidelijk leesbare borden langs de openbare
weg, met daarop teksten dat een factuur niet (volledig) is betaald niet
onrechtmatig. Wel onrechtmatig zijn de mededelingen dat sprake is van
oplichting en de dreigementen via tekstberichten.
In deze zaak is een geschil
ontstaan over de laatste deelbetaling voor de bouw van een veranda. Eisers hebben
de factuur betwist omdat zij van mening zijn dat de specificatie niet klopt. Er
zouden uren zijn geschreven op dagen dat de aannemer niet heeft gewerkt. Eisers
vorderen dat de aannemer geen onrechtmatige, smadelijke of dreigende uitlatingen
meer mag doen en stellen daartoe dat zij in hun eer en goede naam worden
aangetast.
In geval van een gestelde onrechtmatige publicatie moet een belangenafweging
worden gemaakt tussen de grondrechten vrijheid van meningsuiting en de eerbiediging
van de eer en goede naam door niet op lichtzinnige wijze te worden blootgesteld
aan ernstige verdachtmakingen en beschuldigingen die op onjuiste en/of
onvolledige feiten zijn gebaseerd.
De voorzieningenrechter
oordeelt dat het feit dat de specificatie niet klopt, nog niet wil zeggen dat
de rekening te hoog is. “De
voorzieningenrechter acht mogelijk dat de specificatie van [gedaagde] niet
deugdelijk is, maar dat zijn rekening tegelijkertijd wel deugdelijk is.”
De voorzieningenrechter kan in een kort geding niet beoordelen wie van de
partijen gelijk heeft ten aanzien van de factuur, omdat de kort gedingprocedure
zich niet (goed) leent voor bewijslevering. De voorzieningenrechter moet het
doen met – zoals in het vonnis wordt aangegeven –de karige gegevens die
voorhanden zijn, waaruit niet direct blijkt dat de factuur niet klopt.
“Daarom
acht de voorzieningenrechter het plaatsen van de tekstborden niet onrechtmatig,
althans voor zover daar op staat dat eisers niet (alles) betaald hebben. Die mededeling is immers feitelijk juist en heeft
betrekking op een zakelijk geschil. Dit valt naar voorlopig oordeel onder de
vrijheid van meningsuiting. Eisers zullen begrijpelijkerwijs ongemak ervaren
door deze tekstborden maar dat maakt de mededelingen nog niet zonder meer
onrechtmatig. In dit oordeel wordt meegewogen dat de vrijheid van meningsuiting
juist is bedoeld voor die gevallen waarin de uitlatingen (kunnen) schrijnen.
Het recht op vrije meningsuiting zal gewoonlijk niet ingeroepen hoeven te
worden bij een eenvoudig praatje over het weer. Voorts wordt meegewogen dat
eisers ook de mogelijkheid hebben om in de – kleine gemeenschap – hun eigen
visie op het geschil te verspreiden.”
De mededelingen over oplichting
zijn volgens de voorzieningenrechter wel onrechtmatig omdat de aannemer geen
bewijs in de procedure heeft gebracht die deze stellingen feitelijk kunnen
onderbouwen. Dergelijke uitlatingen mag de aannemer dus niet meer doen. Ook mag
de aannemer geen tekstberichten meer sturen waarin wordt gesuggereerd dat hij de
veranda laat afbreken en het wel eens uit de hand zou kunnen lopen. De voorzieningenrechter
concludeert: “Dit zijn bedreigende
berichten en die mogen natuurlijk niet.”
Lees de uitspraak hier.
https://www.solv.nl/weblog/rechtspraak-borden-langs-openbare-weg-dat-er-nog-niet-is-betaald-niet-onrechtmatig/21638