“Er zit een behoorlijk verschil tussen de Amerikaanse en Nederlandse wegen in de stad”, legt Bert van Wee, hoogleraar Transportbeleid aan de TU Delft, uit. “In de VS zijn de wegen recht en breed, waardoor er behoorlijk wat ruimte kan zitten tussen zelfrijdende voertuigen en fietsers. In veel Nederlandse steden zullen die vlak naast elkaar rijden.”

Slingerende studenten

“Daarnaast moeten auto’s rekening houden met allerlei uitzonderingssituaties: denk aan een aangeschoten student die slingert, of een oudere dame die niet zo goed om zich heen kan kijken.” Hoe drukker de weg is, hoe lastiger het is om een zelfrijdende auto te introduceren.

“In de stad zal een automatische auto niet veel opschieten”, zegt zijn TU Delft-collega Bart van Arem, hoogleraar Transportmodellen. “In de buitenwijken zal het denk ik al wel beter gaan.” Van Arem ziet de snelweg als meest logische plek worden voor zelfrijdende auto’s. Hij denkt dat toekomstige auto’s voorzien kunnen worden van een functie waarbij het stuur kan worden ingeklapt op het moment dat de auto zelfstandig gaat rijden en je een signaal krijgt als je het stuur weer moet overnemen.

“Ik denk dat het lastig zal zijn om voor stedelijke gebieden betrouwbare zelfrijdende auto’s te ontwikkelen”, zegt Willem Vlakveld, onderzoeker Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV). Daarnaast merkt hij op dat er nog weinig bekend is over hoe fietsers op zelfrijdende auto’s zullen reageren. Een onderzoek van SWOV naar die vraag leverde onder meer de conclusie op dat er meer onderzoek nodig is (zie kader).

https://nos.nl/l/2271646