Het bekendste voorbeeld is wel ver weg: China. En dat is dan ook het voorbeeld dat het verst gaat. Is de politie in Nederland bezig met het opsporen van zakkenrollers en plofkrakers, in China wil de overheid ook minder vergaande ‘overtredingen’ bestraffen.

Je ouders niet vaak genoeg bezoeken, zwartrijden, oversteken bij rood licht? Het kan van invloed zijn op je ‘sociale kredietscore’, een cijfer dat invloed heeft op de vraag of je een trein kunt nemen, bepaalde banen kunt krijgen of je kinderen naar de goede scholen kunt sturen.

Het systeem is nog niet operationeel, maar in delen van China wordt er al volop mee getest, met slimme camera’s die gezichten kunnen herkennen.

Verenigde Staten: niet altijd even transparant

Zo ver gaat het in westerse landen nog niet. Maar in de Verenigde Staten is de politie wel al meer dan tien jaar bezig om te zoeken hoe voorspellende technologieën kunnen worden ingezet tegen criminaliteit.

In Chicago hebben honderdduizenden burgers bijvoorbeeld een score waarmee de politie inschat hoe gevaarlijk ze zijn. Als de politie een burger staande houdt, weet de agent die dat doet hoe gevaarlijk die persoon is. Ook in andere grote steden wordt deze aanpak gebruikt.

Dat gebeurt niet altijd even transparant: vaak zijn de onderliggende algoritmes geheim. In New Orleans bleek zelfs al zes jaar een project te bestaan voor het voorspellen van misdrijven, zonder dat burgers of gemeenteraadsleden dat wisten. Na publiciteit erover trok de gemeente de stekker uit het project.

Duitsland: een brug te ver

Zoiets zou in Duitsland nooit gebeuren, zegt correspondent Kees van Dam. “Privacy is hier een groot goed: we hebben hier geen DigiD, ov-chipkaart en Google Street View.” De afgelopen jaren is veel gedebatteerd over nieuwe wetgeving om de politie makkelijker achter de voordeur te laten kijken, maar die is nog niet aangenomen.