Een functionaliteit in de CoronaMelder-app van de overheid die inmiddels is verwijderd vormde geen privacyprobleem zoals de media beweerde, zo stelt minister De Jonge van Volksgezondheid. De Volkskrant kwam begin deze week met het bericht dat er toch een “privacyprobleem” in de corona-app aanwezig is waardoor zorgmedewerkers kunnen zien of besmette personen daadwerkelijk in de app melding maken dat ze zijn besmet.

“Eén van de bevindingen van ROS is in de media een “privacyprobleem” genoemd. Dat is niet het geval. Het ging om een bewuste functionaliteit in de app gedurende de praktijktest die daarna verwijderd is”, aldus De Jonge. Gebruikers van de corona-app die positief zijn getest kunnen met hulp van de GGD dit vrijwillig in de app melden. Tijdens de praktijktest kon de GGD-medewerker zien of het uploaden van de codes, die tijdens de besmettelijke periode door de app waren uitgezonden, ook daadwerkelijk was gelukt.

Volgens de minister was deze functionaliteit geen gevaar voor de anonimiteit van de gebruiker. “De GGD-medewerker die je aan de telefoon hebt weet immers al wie je bent, kon niet bij je willekeurige codes zelf en alleen die medewerker, alleen op dat moment, kon het vinkje zien. Daardoor kon de GGD-medewerker helpen om te bevestigen dat het voor sommige mensen complexe proces was gelukt”, legt De Jonge uit in een brief aan de Tweede Kamer.

De minister voegt toe dat het gebruik van de app vrijwillig is en mensen dus tegenover de GGD “ja” moeten kunnen zeggen dat ze hun willekeurige codes uploaden en het alsnog niet doen, zonder dat dat zichtbaar is. Dit moet voorkomen dat de GGD-medewerker onbedoeld enige vorm van drang uitoefent op het alsnog uploaden van de codes.

Dit was ook de reden dat de functionaliteit al was verwijderd voordat deze week de media met de berichtgeving kwam. “Hiermee is aan de ene kant vrijwilligheid van gebruik van CoronaMelder nog steviger geborgd, maar aan de andere kant kunnen mensen ook niet geholpen worden bij het zeker stellen dat het uploaden gelukt is”, besluit de minister zijn brief.

Source