Een op de vijf Nederlandse huishoudens maakt gebruik van een glasvezelverbinding, blijkt donderdag uit onderzoek van marktonderzoeker Telecompaper. Eind 2019 waren er 1,5 miljoen glasvezelverbindingen, een stijging van 160.000 ten opzichte van 2018.
In 2016 haalde glasvezel de mijlpaal van een miljoen klanten. Glasvezel nam voornamelijk klanten over van het kopernetwerk, dat in het afgelopen jaar bijna 100.000 verbindingen verloor. In 2019 maakten nog 2,6 miljoen klanten gebruik van het kopernetwerk.
Internetverbindingen via glasvezel zijn een stuk sneller dan via bestaande infrastructuren, zoals kabel en koper. Toch bleef kabel in 2019 de populairste aansluiting in Nederland, met meer dan 3,5 miljoen klanten en een marktaandeel van iets meer dan 46 procent.
In deze cijfers zijn consumenten- en SOHO-aansluitingen (aansluitingen bij kleine thuiskantoren), meegerekend. Het bedrijvensegment wordt erbuiten gelaten.
Concurrentie zorgt voor vertraging bij uitrol
Uit een marktstudie van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) bleek eind vorig jaar dat concurrentie tussen glasvezelaanbieders er in steden voor zorgt dat de uitrol van het netwerk vertraging oploopt.
Concurrenten zitten elkaar volgens de ACM in de weg omdat ze allemaal de wens hebben als eerste een glasvezelnetwerk uit te rollen. “Dit gedrag creëert vertraging, onzekerheid en leidt tot een groter risico voor investeerders en glasvezelnetwerken.”
Ook de Telecompaper denkt dat glasvezel dit jaar minder sterk zal groeien dan vorig jaar. De onderzoekers verwachten een groei van 3,3 procent.