AlexasFotos / Pixabay

Actrice Lisa Rinna werd afgelopen Juni aangeklaagd door Backgrid, een organisatie die paparazzi vertegenwoordigt. Dat meldde Boek9.nl recent. Een op zich juridisch eenvoudige zaak: Rinna zou auteursrechten hebben geschonden door acht foto’s van haarzelf en haar twee dochters te plaatsen, foto’s die waren gemaakt door paparazzi. De auteurswet is immers duidelijk: maker is rechthebbende. Maar toch maakte Rinna bezwaar.

Volgens Rinna wil Backgrid alleen de omzet verhogen, die gedaald is door de coronapandemie. Maar er is meer, Rinna ziet de situatie als scheefgegroeid, en dat is belangrijk genoeg om als juridisch tegenargument te moeten dienen:

It is only because of Ms. Rinna’s hard work, dedication to her craft and resultant success that her image confers monetary benefits on the Plaintiff,” the [claim by Rinna, AE] says. “Having taken and used Defendant’s images in this fashion, Defendant is informed and believes and thereupon alleges, that an implied license was created between herself and the Plaintiff (and subject photographers), whereby it was understood that Ms. Rinna would be permitted to use and comment on these photographs of her and her family without facing a claim of ‘infringement.’ “

Kort en goed: omdat Lisa Rinna altijd bereidwillig was jegens de paparazzi, is er een sfeer ontstaan van elkaar helpen. Jij mag mij fotograferen en daar je boterham mee verdienen, ik mag de foto’s delen zodat mijn volgers zien wat ik doe. Een licentie tegen betaling met persoonsgegevens dus, als het ware.

Het is creatief en zonder precedent, wat voor juristen zo veel betekent als “leuk voor op de pleitwedstrijd maar kansloos bij de rechter”. Een ontstane sfeer lijkt me wat magertjes om een overeenkomst te claimen, zeker in de VS waar een overeenkomst een financiële (of gelijkwaardige) tegenprestatie eist – consideration. 

In Nederland zou Rinna een ander argument hebben, namelijk op grond van haar portretrecht (artikel 19 lid 2 Auteurswet):

Ten aanzien van een fotografisch portret wordt mede niet als inbreuk op het auteursrecht beschouwd het openbaar maken daarvan in een nieuwsblad of tijdschrift door of met toestemming van een der personen, in het eerste lid genoemd, mits daarbij de naam des makers, voor zoover deze op of bij het portret is aangeduid, vermeld wordt.

Dit heeft alleen dan weer twee andere lastige hobbels. Allereerst is het de vraag of Instagram telt als een “nieuwsblad of tijdschrift”. Er is wel betoogd dat een online magazine hieronder zou moeten vallen, maar dan bedoelt men eerder Grazia.nl dan een eigen blog, en Instagram voelt nog weer een stap verder.

Ten tweede gaat dit artikel alleen op wanneer het portret in opdracht van de geportretteerde is gemaakt. En dan zou je dus wederom die sfeer van overeenkomst moeten aanvoeren: Rinna liet niet zomaar toe gefotografeerd te worden, door mee te werken erkenden de fotografen dat eigenlijk zij de opdrachtgever was. Ook dit is een zeer creatief argument.

Arnoud

Source