Eind 2018 kwam de supermarktconcern
Lidl met de aankondiging van een nieuw pilsmerk genaamd Kordaat. In haar
reclames laat Lidl weten dat er vanaf nu een verfrissend biertje voor kordate
mannen bestaat. Deze reclame-uiting is in het kader van alle aandacht omtrent genderneutraliteit an
sich al een opvallende keuze. Daarnaast roept de keuze voor de merknaam ook vraagtekens op. Zo kent bierbrouwer Grolsch al sinds 2013 een pilsmerk genaamd
Kornuit. Laatstgenoemde was dan ook niet blij met de overeenstemmende merknaam van Lidl. Grolsch is van mening dat met de naam Kordaat merkinbreuk
wordt gemaakt op haar oudere woord- en beeldmerk Kornuit. Grolsch besluit daarop het geschil voor te leggen aan de voorzieningenrechter Rotterdam.

In de onderhavige procedure is Grolsch
uiteindelijk door de rechtbank in het ongelijk gesteld. De voorzieningenrechter oordeelt dat er
met het jongere merk Kordaat geen merkinbreuk wordt gemaakt op het oudere merk
Kornuit. Grolsch had de vordering onder meer gegrond op de bepaling uit sub b
en c van artikel 2.20 lid 1 BVIE. Voor sub b geldt dat voor merkinbreuk verwarring
omtrent de herkomst van beide merken moet ontstaan bij de gemiddelde consument
die deze producten normaliter koopt. Daarbij wordt gekeken naar de auditieve,
visuele en begripsmatige gelijkenissen van beide merktekens. De
voorzieningenrechter is van mening dat de betreffende gelijkenissen geen
verwarring veroorzaken bij het relevante publiek. Voor een begripsmatige
vergelijking is van belang dat de betekenis van één van deze woorden bij een
substantieel deel van het relevante publiek kenbaar is. Lidl, dat zich beroept
op dit wezenlijke begripsmatige verschil, heeft niet aannemelijk gemaakt dat de betekenis
van het woord Kornuit of Kordaat bij een substantieel deel van dit publiek bekend is.
De beoordeling op grond van de betekenis van beide woorden blijft om die reden achterwege.

De rechter geeft wel een
inhoudelijk oordeel over respectievelijk de auditieve en visuele gelijkenissen.
Ondanks dat beide woorden met ‘Kor’ beginnen en eindigen op een ‘t’, acht de
rechter deze auditieve gelijkenis te gering: de klemtoon bij beide woorden ligt
op de tweede lettergreep en deze zijn volkomen verschillend qua klank. De
rechter is voorts dezelfde mening toegedaan met betrekking tot de visuele
overeenstemming: deze is te gering. De vordering op grond van sub b wordt afgewezen omdat de auditieve en visuele gelijkenissen geen aanleiding
geven om te oordelen dat het relevante publiek in verwarring zal raken, aldus
de rechter.  

Met betrekking tot de
vordering op grond van artikel 2.20 lid 1 sub c BVIE oordeelt de
voorzieningenrechter eveneens dat geen merkinbreuk wordt gemaakt met het
gebruik van het woord- en beeldmerk Kordaat. Deze sub c-bepaling dient bekende
merken te beschermen tegen onder meer het onrechtmatig aanhaken van andere
partijen bij een bekend merk. Daarvoor is in beginsel genoeg dat het betrokken
publiek een verband legt tussen het oudere merk Kornuit en het jongere merk
Kordaat. De beschermingsomvang is in dat opzicht ruimer dan onder sub b. Niettemin is
de voorzieningenrechter van oordeel dat Grolsch niet aannemelijk heeft gemaakt
dat het publiek dit verband ook daadwerkelijk zal leggen. Het enkel inbrengen
van berichten op social media, waaruit dit verband zou moeten blijken, acht de
rechtbank onvoldoende. Op social media kan immers niet worden vastgesteld wie
deze berichten heeft geplaatst en kan tevens niet worden bepaald of deze
berichten niet voortvloeien uit berichtgeving in de media. Een marktonderzoek
had in dat opzicht meer op de weg gelegen, aldus de voorzieningenrechter.

De vorderingen van Grolsch
worden zodoende in het voorlopig oordeel door de voorzieningenrechter afgewezen.
Grolsch heeft laten weten dat zij deze week zal beslissen of het bedrijf
mogelijk in hoger beroep gaat of een bodemprocedure start.

https://www.solv.nl/weblog/geen-verwarring-tussen-pilsmerken-kornuit-en-kordaat/21756