Dit weekend kregen de zeven ‘corona-apps’ die door het ministerie van Volksgezondheid waren uitgekozen veel kritiek. De beveiliging bleek niet op orde en ook op het gebied van privacy zijn er zorgen. Gisteren zeiden bronnen tegen de NOS dat het ministerie van tevoren door de veiligheidsdiensten is gewaarschuwd dat het te hard van stapel liep.
In hoeverre het gebruik van een app helpt in de strijd tegen het coronavirus blijft onzeker, maar het idee moet niet bij voorbaat worden afgeschreven. Dat zeggen deskundigen tegen de NOS. Vandaag wordt de Tweede Kamer in een technische briefing bijgepraat over de stand van zaken. Daar geven Ron Rozendaal, die de appathon dit weekend namens het ministerie van Volksgezondheid begeleidde, en Sjaak de Gouw, directeur publieke gezondheid bij de GGD, tekst en uitleg over de stand van zaken.
‘Te snel geweest’
Volgens Henri ter Hofte, die als lector ict-innovaties aan Hogeschool Windesheim al langer onderzoek doet naar het gebruik van smartphones bij de bestrijding van besmettelijke ziektes, wilde men de afgelopen weken te snel. “Eigenlijk moeten we een stap terug doen en hier een paar weken extra de tijd voor nemen. Zodat technici en wetenschappers zich kunnen buigen over vragen als wat de precieze vereisten zijn en of er meer technieken nodig zijn naast bluetooth.” Volgens Ter Hofte is het mogelijk om, mits het goed wordt aangepakt, sneller uit lockdown te komen met de app en er bij een nieuwe golf pas later weer in te gaan.
Een analyse van de Universiteit van Oxford, eind maart gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science, concludeerde dat het gebruik van een app kan helpen. Dan moet deze wel veel worden gebruikt en onderdeel zijn van een breder pakket aan maatregelen, zoals social distancing. Computerwetenschapper Frank Dignum van de Universiteit Utrecht zegt juist op basis van simulaties dat het gebruik van de app “geen nut” heeft, hoogstens voor specifieke doelgroepen.
Deelnemers van een wetenschappelijke discussie bij de Gezondheidsraad dit weekend, waar Dignum gastspreker was, stelden dat er nog onvoldoende duidelijk is over de effectiviteit, betrouwbaarheid en doelmatigheid van de app. “Simulatiemodellen zijn gebaseerd op aannames die niet noodzakelijkerwijs juist hoeven te zijn”, is te lezen in het verslag van de bijeenkomst.