Het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) maakt dinsdag bekend dat er in 2019 ruim 300.000 keer melding is gedaan van online seksueel misbruik van minderjarigen. Het meldpunt spreekt van “een triest record”.
Volgens het Meldpunt Kinderporno, dat onder het EOKM valt, nam de groei van het aantal meldingen wel af. De stijging van het aantal meldingen betrof 38 procent ten opzichte van 2018 (200.000 meldingen). Het jaar daarvoor werd een stijging van 45 procent gemeten.
Het meeste gemelde materiaal (ruim 80 procent) werd gevonden bij foto-opslagwebsites. De meeste meldingen kwamen van Nederlandse internetgebruikers. Zij kunnen bij het Meldpunt Kinderporno anoniem afbeeldingen melden waarvan ze vermoeden dat het om online seksueel misbruik van minderjarigen gaat. Ook kwamen veel meldingen van het Britse en Canadese Meldpunt en de Internet Watch Foundation (IWF).
Meldpunten wereldwijd zijn aangesloten bij INHOPE, een netwerk waarmee snel melding kan worden gedaan bij het land waar kinderporno wordt gehost. Vervolgens kan het nationale meldpunt actie ondernemen om het materiaal te laten verwijderen.
Software houdt bekend materiaal tegen
Veel van de plekken waarop plaatjes worden geüpload zijn inmiddels aangesloten op de zogeheten hashcheckserver. Met deze software wordt voorkomen dat bekend kinderpornografisch materiaal online komt. “De hashcheckserver was in 2019 nog beperkt in haar technieken”, schrijft het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM), waaronder het Meldpunt Kinderporno valt. “Eind vorig jaar is een project gestart waarmee de effectiviteit substantieel zal verbeteren.”
“Voor het derde jaar op rij neemt de groei af”, zegt Arda Gerkens, directeur van het EOKM. “Maar we zijn er nog lang niet, meer dan 300.000 URL’s is echt te veel en laat zien dat de druk op providers hoog moet blijven.”