De KNLTB heeft van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) een geldboete gekregen van ruim een half miljoen euro voor het verstrekken van persoonsgegevens aan twee commerciële partners. Dat meldde het AD onlangs. De tennisbond gaat in beroep tegen de sanctie. De verstrekking is in strijd met de AVG, omdat er geen invulling van het eigen gerechtvaardigd belang mogelijk is wanneer je niets meer doet dan persoonsgegevens verstrekken tegen betaling. En ja, ik dacht dat het wel mocht maar ik ga dus toch proberen enigszins objectief een analyse te maken van de zaak. Want stiekem worden hier toch een paar best fundamentele standpunten ingenomen die laten we zeggen voor de markt een tikje verrassend waren.

In maart vorig jaar kwam in het nieuws dat de KNLTB op zoek was naar extra bronnen van inkomens, en haar ledenlijst als een waardevol betaalmiddel ziet. Daarom is besloten om die ledenlijst eens commercieel te activeren, door ze aan (ongetwijfeld zorgvuldig geselecteerde) partners te geven. Deze mogen dan bellen of brieven sturen met reclame, totaal maximaal drie keer per kwartaal. E-mail is uitgezonderd, daarvoor moeten leden een aparte opt-in geven vanwege het spamverbod uit de Telecomwet. (En daar ging het overigens ook bij mis, uit het boetebesluit blijkt dat er wél zonder opt-in mailadressen zijn verhandeld. Maar dat terzijde.)

Een aantal leden pikte dat niet, en diende klachten in bij de AP. Die trad vervolgens zeer voortvarend op, inclusief een mediaoptreden van de voorzitter waaruit je zou kunnen afleiden dat een boete onvermijdelijk was. (De AP betreurt die gang van zaken maar stelt desondanks gewoon objectief te hebben gehandeld.) Na onderzoek kwam men dan ook direct met een boete aanzetten. Wat dus mag onder de AVG én de boetebeleidsregels van de AP zelf, als de overtreding ernstig genoeg is. En dat is dus hier het geval, aldus de toezichthouder.

Inhoudelijk komt het vooral neer op de vraag: wanneer mag je zonder opt-in commercieel handelen in persoonsgegevens? Daar is naar de letter van de AVG een antwoord op: als je je kunt beroepen op een eigen gerechtvaardigd belang, en daarbij een privacyafweging hebt gemaakt die in jouw voordeel afweegt. Een voorbeeld van zo’n afweging is dat je camera’s in kan zetten om je terrein te bewaken, maar dat je inzage in de beelden beperkt tot politie in geval van strafbare feiten. Het onderliggende belang is dan het beschermen van je eigendomsrecht.

De AP komt nu met het strenge standpunt dat commerciële belangen nooit gerechtvaardigd kunnen zijn. Die zijn namelijk niet als zodanig in de wet erkend, in tegenstelling tot zeg eigendomsrecht of de vrijheid van meningsuiting. Er is natuurlijk het grondrecht van de ondernemingsvrijheid, maar dat vindt men te onbepaald en generiek om als grondslag te kunnen dienen voor de handel in persoonsgegevens. Daarmee is er dus eigenlijk nóóit een rechtvaardiging te verzinnen om in persoonsgegevens te handelen, als ik even tussen de regels samenvat.

Daar komt bij dat tot 2007 de leden bij lid worden niet expliciet werden gemeld dat dit zou gaan gebeuren. Voor die categorie gaat het nog iets erger mis: de doelbinding tussen de oorspronkelijke verzameldoeleinden (de lidmaatschapsovereenkomst) en het nieuwe doel (de handel) ontbreekt volledig. En dan mag je simpelweg de gegevens niet inzetten voor het nieuwe doel, ook niet als je daar een mooie grondslag-redenering voor weet te verzinnen. En nee, dat krijg je ook niet recht door je privacystatement aan te passen, want de gegevens hád je dan al. Je moet het dus echt opnieuw vragen, maar in die situatie is het onvermijdelijk dat je toestemming gaat vragen.

En ja, ik vind dit controversiële standpunten, ik zou zelfs zeggen gedurfd. Het betekent natuurlijk de doodsteek voor datahandel, dus daarom volgt hoe dan ook bezwaar en daarna beroep bij de rechtbank. Maar het boetebesluit legt de pijn bloot van hoe datahandel werkt en hoe hard het eigenlijk niet klopt. Dus ik ben benieuwd.

Arnoud

Source