Vrijdagavond 19
oktober 2018 om 18:00, niet het meest ideale tijdstip voor een lezing, waren er
toch bijna 100 man aanwezig bij de eerste Hans Franken lezing. De inmiddels 82
jarige oervader van het informaticarecht was zelf ook aanwezig, de lezing werd
verzorgd door Corien Prins.
Het overigens
niet genoemde proefschrift van Corien Prins, dat ze bij Hans Franken schreef,
verdedigde ze in 1991: Computer program protection in the USSR: a new era for socialist copyright
law. Dat waren
nog eens tijden. Zoals Prins ook aangeeft, het was overzichtelijk, het ging
over onderwerpen als softwarebescherming,
computercontracten, aansprakelijkheid mislukte automatisering. Tegenwoordig is
het vakgebied informatietechnologie en recht onmogelijk in zijn geheel te
overzien.
Nog weer eens 18
jaar eerder, in juni 1973, promoveerde Hans Franken: Vervolgingsbeleid. Het was een proefschrift waarin Franken
jurimetrisch (tegenwoordig zouden we dat data analytisch noemen) onderzoek deed
naar de afhandeling door het OM van art. 26 Wegenverkeerswet (ik meen dronken
rijden). Empirisch vaststellen of er verschil was tussen arrondissementen in
strafeisen, bijvoorbeeld.
In haar lezing
richtte Prins zich op digitalisering van de rechtspraak. Daarbij doelde ze
nadrukkelijk niet op het dit jaar mislukte KEI,
maar meer algemeen op welke wijze informatietechnologie de rechterlijke macht
kan bijstaan.
Om de gedachten
te bepalen noemde ze drie voorbeelden:
·
Using
data to predict Supreme Court’s decisions
·
With Judge
Analytics, Ravel Law Starts To Judge The Judges
·
The accuracy,
fairness, and limits of predicting recidivism
Na een uitstapje
over ontwikkelingen die duidelijk maken dat AI zich niet beperkt tot internet
of de computer, maar ook nadrukkelijk impact heeft op het fysieke domein,
volgden drie mogelijkheden die Prins ziet voor de rechterlijke macht:
1.
Beheersmatige toepassingen;
2.
Inzicht
verkrijgen in ontwikkelingen in de samenleving, openbaar bestuur, OM,
wetgeving, etc. (onder verwijzing naar de lezing van Saskia
Stuiveling 2009);
3.
Inhoudelijk
werk rechter; kwaliteitsbevordering (ook van ketenpartners).
Vanuit gesprekken
met de rechterlijke macht die Prins voerde bleek dat desgevraagd op het terrein
van AI en data science rechters vooral mogelijkheden zien voor pilots bij:
·
Verstekkenfabriek;
·
Mulderzaken;
·
Sociale
zekerheidsboetes;
·
Bewind;
·
Huurrechtontslagzaken.
Om bij al deze
ontwikkelingen houvast te bieden haalde ze eerst Franken 1993 aan “De
kwaliteit van rechtspleging is in het geding. Om deze te verbeteren is een
maatregel zelden te ingrijpend”. Volgens Prins was dat in 1993 nog te
verdedigen, maar met de huidige mogelijkheden van AI en data analytics is een
maatregel vaker dan zelden ingrijpend. Om een scheidslijn te kunnen trekken
tussen al dan niet aanvaardbare technische toepassingen, schetste Prins een kompas
voor legitimiteit van en vertrouwen in AI en rechtspraak. Ze sloot daarbij aan
bij de wisselwerking van brede rechtstatelijke randvoorwaarden zoals door Kees
Schuyt geschetst:
·
Effectieve
rechtshandhaving
·
Adequaat
presterende overheid
·
Goed
functionerende checks & balances
·
Levendige
civil society als draagvlak
·
Voldoende
vertrouwen bevolking in recht/rechtstoepassing
Ze sloot haar
lezing af met een waarschuwing. Als de rechterlijke macht, zoals de rechtbank Rotterdam,
een pagina op Facebook heeft, betekent dit dat ook de rechterlijke macht online
wordt geprofileerd en getypeerd. Net als datagraver.com bijvoorbeeld in kaart
bracht hoeveel bijbanen rechters hadden, waarvan 30% betaald (qua o.a. onafhankelijkheid
boeiend).
Na een boeiende
lezing, waarin ze mooi het werk van Franken vervlocht, was de algemene boodschap
dat technologie niet slechts een nieuw instrument is en technologie niet
deterministisch is, wij kunnen het beïnvloeden. Dat is wat docenten hun
studenten ook meegeven. Dat het aan hen is de maatschappij van de toekomst te
vormen. Daar moet je niet te lang mee wachten, omdat anders de techniek al te
ver kan zijn.
De huidige rechterlijke macht biedt op besproken terrein weinig hoop op de
korte termijn. De technologie is al snel te veel of te hoog gegrepen. Tekenend
was een vragensteller die opperde dat hij net als de vorig jaar afscheid
nemende Verheij hoopte dat de techniek niet het werk van de rechter zou
overnemen. Dergelijke opmerkingen zijn ongetwijfeld ingegeven door angst voor
het onbekende en gebrek aan inzicht in mogelijkheden. Techniek betekent niet
direct een rechtsprekende computer. Er zijn veel tussenfases waar techniek zich
nuttig kan tonen. Ook bleken rechters niet geïnteresseerd in AI en data science,
omdat ze al genoeg aan hun hoofd hadden met KEI. Nu KEI voorlopig weinig aandacht zal vergen, kunnen
ze gaan nadenken over de thema’s die Prins aanstipte.
Wie weet dat over een
jaar of 20, als de oudere garde met pensioen is er een transitie plaatsvindt of
heeft plaatsgevonden. Het is wel zaak er niet te lang mee te wachten. Het is als het lopen op een weg, als je gedachteloos wandelt kun je voor je het weet in
een volgend dorp zijn en denk je, hoe ben ik hier gekomen. Terugtreden op je schreden is dan
lang niet altijd mogelijk, zeker niet als het over technologie gaat die (breed) in gebruik is.
https://www.solv.nl/weblog/corien-prins-digitaal-recht-gesproken-recht-gedaan-eerste-hans-franken-lezing/21651