Het Amerikaanse Hooggerechtshof gaat een rechtszaak behandelen over het vrijgeven van e-mails die zijn opgeslagen op Microsoft-servers buiten de Verenigde Staten.

De opsporingsdienst FBI wil de e-mails van een Microsoft-gebruiker inzien. Maar Microsoft zegt dat de FBI geen bevoegdheid heeft om de e-mails op te vragen, omdat deze in een Iers datacentrum staan.

De uitkomst van de zaak kan grote gevolgen hebben voor internetbedrijven en voor internationaal internetrecht.

Een federale rechter bepaalde eerder dat Microsoft gelijk had en dat de FBI niet het recht had om zelfstandig de e-mails op te vragen. Daarop besloot de Amerikaanse overheid naar het Hooggerechtshof te stappen. Die rechtbank, die een definitief eindoordeel zal vellen, besloot de zaak maandag te accepteren.

Ierland

Een rechter in Philadelphia besloot eerder dit jaar dat Google wel in het buitenland opgeslagen e-mails moet overhandigen aan de FBI. De uitspraak van het Hooggerechtshof zal gevolgen hebben voor deze en andere toekomstige zaken. Verschillende grote techbedrijven hebben in de Microsoft-zaak hun steun aan de softwaregigant betuigd.

Ook de Ierse overheid is het met Microsoft eens. Volgens de Ieren moeten Amerikaanse onderzoekers opsporen bij hun Ierse collega’s. Zij kunnen vervolgens eventueel een wettelijk bindend dataverzoek uitvaardigen. De Amerikaanse overheid wil deze stap echter overslaan.

Advocaten van de Amerikaanse overheid zeiden eerder bang te zijn dat het makkelijk wordt voor Amerikaanse bedrijven om de wet te omzeilen door hun data simpelweg in het buitenland op te slaan. De gegevens van Amerikaanse consumenten zouden dan buiten bereik van opsporingsdiensten als de FBI zijn.

Bron: Rechtszaak over dataverzoek Microsoft naar hoogste rechtbank VS