Als een categorie innovators de gemoederen bezig heeft gehouden in 2017, zijn het wel de FinTech-ondernemers. Startups die het financiële landschap met technologie willen ontwrichten, schoten afgelopen jaar als paddenstoelen uit de grond. Dit heeft ook de aandacht van de wetgever getrokken. Vanuit Europa kenden we de E-money Directive en de Payment Services Directive al (deze laatste krijgt in 2018 een opvolger in de vorm van de Payment Services Directive II). Daarnaast is de Europese Commissie meteen publieke consultatie die specifiek ziet op FinTech. Doel: het bereiken van een meer competitieve en innovatieve financiële sector.
Belanghebbenden op FinTech-gebied konden daarbij hun input geven op het FinTech-beleid van de Europese Commissie. De antwoorden van de stakeholders moeten de Commissie helpen om toe te werken naar haar heilige graal: een uniforme financiële markt in de hele Europese Unie.
Een ander voorbeeld van nieuwe initiatieven vanuit de Europese Commissie kan gevonden worden in de snel evoluerende sector van robotica en kunstmatige intelligentie. Het Europees Parlement heeft de Europese Commissie eerder dit jaar gevraagd regels op te stellen met betrekking tot aansprakelijkheid, in het bijzonder met betrekking tot zelfrijdende auto’s. In verschillende landen wordt reeds gewerkt aan regelgeving, maar het Parlement is van mening dat de EU de leiding moet nemen in het opstellen van ethische standaarden en regels. Op deze manier wordt de EU niet gedwongen om de standaarden te volgen die zijn opgesteld door derde landen (lees hier meer over het voorstel.) Aan het belang en de ernst van vooroordelen in algoritmes en systemen wordt overigens in de Algemene Verordening Gegevensbescherming, die in mei 2018 van kracht wordt, al aandacht besteed. Zo worden waarborgen geboden tegen discriminatie op basis van geautomatiseerde besluitvorming en profilering.
In 2017 kregen verschillende sociale media platforms flink wat kritiek te verduren. Zo zouden de verschillende platforms privacyregels niet respecteren, onvoldoende doen om ‘fake news’ te bestrijden en haatberichten te weren. In Duitsland overwoog men een wetsvoorstel gepresenteerd op basis waarvan internetbedrijven harder op moeten treden tegen berichten die aanzetten tot haat. Bedrijven als Facebook, Twitteren Google zouden deze berichten moeten verwijderen op straffe van een boete.
Ook in Frankrijk werd Google op het matje geroepen. Na een verwijderverzoek verwijderd Google zoekresultaten niet van de .com extensie, maar alleen van de lokale Europese extensie. Dit betekent dat gebruikers buiten Europa de resultaten waar het verwijderverzoek betrekking op heeft, wel kunnen blijven zien. De Franse Raad van State heeft een aantal prejudiciële vragen voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over het recht om vergeten te worden door zoekmachines. De Franse Privacy waakhond is van mening dat wanneer Google zoekresultaten verwijdert op grond van het vergeetrecht, zij de resultaten wereldwijd moet verwijderen. De Franse Raad van State wil weten of de zoekresultaten wereldwijd moeten worden verwijderd en zo niet, of de resultaten dan op Europees of nationaal niveau moeten worden verwijderd. Verder wil de Franse Raad van State weten of het recht om vergeten te worden moet worden toegepast op extensies of op basis van IP-adressen waaruit afgeleid kan worden in welk land de gebruiker zich bevindt.
T-Mobile en de ACM waren in 2017 niet de beste vrienden. Na uitspraak van de rechtbank Rotterdam dat het Nederlandse verbod op zero rating in strijd is met de Europese netneutraliteitsverordening, werd het desbetreffende artikel in de Telecommunicatiewet buiten toepassing gelaten. De ACM ging hiertegen niet in beroep. Gevolg van deze uitspraak was dat de ACM ging toetsen of de dienst van T-Mobile wel verenigbaar is met de Europese netneutraliteitsregels. Uiteindelijk trok T-mobile aan het langste eind en mag zij de dienst Datavrije Muziek in de lucht houden.
De Nederlandse Kansspelautoriteit (“Ksa”) heeft een onderzoek ingesteld naar de vraag of het tegen betaling aanbieden van zogenoemde ‘loot-boxen’ als een kansspel moeten worden gezien. Het aanbieden van online kansspelen is onder de Nederlandse wet op dit moment namelijk niet toegestaan. Onder de komende wetgeving (die ergens in 2018 inwerking zou moeten treden), mag online aanbieden wel maar alleen met een vergunning. Aanleiding voor het onderzoek was de game Star Wars Battlefront II dat zich mede richt op de Nederlandse markt. Mocht de Ksa van mening zijn dat er inderdaad sprake is van een kansspel dan zou EA in strijd handelen met de Nederlandse Wet op de kansspelen( “WoK”) en mogelijk een boete opgelegd kunnen krijgen. Zo ver is het nog niet. De Ksa geeft nadrukkelijk aan dat ze nog in de onderzoeksfase zit en nog geen oordeel heeft geveld.
Auteur: Lucas Wolthuis Scheeres
Bron: www.solv.nl