De verspreiding van nepnieuws en manipulatie via sociale media speelden belangrijke rollen tijdens de verkiezingen in achttien landen.\
Dat blijkt uit een onderzoek van Freedom House (pdf). Daarmee zou het voorbeeld van de Chinese en Russische overheden worden gevolgd.
De onderzoekers zeggen niet welke landen precies door de beïnvloedingscampagnes werden getroffen. Freedom House onderzoekt het internetgebruik binnen 65 landen.
Wel zegt Freedom House dat overheden meestal verkiezingen binnen hun eigen landen probeerden te manipuleren door misinformatie op sociale media te verspreiden. Het beïnvloeden van andermans verkiezingen zou minder vaak gebeuren.
In dertig landen, waaronder Venezuela, de Filipijnen en Turkije, zou de overheid ‘opiniemakers’ in dienst hebben. Deze worden volgens Freedom House ingezet om discussies op sociale media een specifieke kant op te sturen.
Offline
In onder andere Tibet en Ethiopië zouden regimes mobiele zendmasten offline hebben gehaald in gebieden waar minderheden wonen, in een poging om deze groepen online te censureren.
Freedom House kijkt in zijn onderzoek niet naar internetgebruik in Nederland. Het kabinet zei op dinsdag wel in gesprek te gaan met media en techbedrijven over mogelijke Nederlandse beïnvloeding.
Uit informatie van steeds meer bronnen blijkt dat Rusland de Amerikaanse verkiezingen afgelopen jaar probeerde te beïnvloeden door berichten op sociale media te verspreiden. Facebook en Twitter moesten daarom begin deze maand voor het Amerikaanse congres getuigen.
